Wat is er aan de hand in de thuiszorg?
Ook deze weken staan de kranten vol van de aangekondigde ontslagen bij Sensire. Wat speelt daar eigenlijk en wat heeft dat met gemeenten te maken?
Huishoudelijke hulp.
De ontslagvergunning die Sensire heeft aangevraagd geldt alleen voor de medewerksters die zich bezighouden met de huishoudelijke hulp. Deze huishoudelijke hulp wordt verleend aan mensen die ondersteund moeten worden bij het schoonhouden van hun huis. De gemeente moet dit in het kader van de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) regelen. In die wet staat dat iedereen in Nederland recht heeft op een schoon huis.
Als men dat zelf niet meer kan, kan men de hulp van de gemeente inroepen die dan de huishoudelijke hulp organiseert en betaalt. Sensire is één van de aanbieders van huishoudelijke hulp in de gemeente Aalten. Huishoudelijke hulp is verdeeld in HH1 en HH2. Bij HH2 is er ook sprake van “regievoeren”: dus de burger ondersteunen bij het organiseren van zijn/haar huishouden. Om een idee te geven: in de gemeente Aalten ontvangen plm. 1000 mensen huishoudelijke hulp: 125 HH2 en de rest HH1.
De kosten en de uitvoering
De kosten van de huishoudelijke hulp bedragen voor de gemeente Aalten tussen de 2,5 en 3 miljoen per jaar. Die kosten worden opgebracht door de gemeente en mensen betalen een bescheiden eigen bijdrage (afhankelijk van hun inkomen). De gemeente krijgt daarvoor weer een vergoeding van het Rijk, maar de kosten zijn meer dan de bijdragen van het Rijk. De gemeente voert de huishoudelijk natuurlijk niet zelf uit, maar contracteert daarvoor organisaties. Dat gaat via een aanbesteding. Soms samen uitgevoerd met andere gemeenten in de Achterhoek. Die aanbestedingen verlopen volgens strikte (soms Europese) regels. De huidige contracten lopen in de gemeente Aalten af op 31 december 2013. In het geval van de gemeente Aalten kunnen de contracten niet meer verlengd worden (dat is al gebeurd, en vaker is tegen de aanbestedingsregels). In de gemeente Aalten kunnen mensen die huishoudelijke hulp nodig hebben kiezen uit maar liefst 7 organisaties (3 van hen waaronder Buurtzorg leveren alleen de duurdere HH2). Als mensen hun eigen huis niet meer kunnen schoonhouden, kunnen ze een beroep doen op de WMO/Huishoudelijke Hulp. Er volgt een indicatie (door medewerkers van de gemeente) en er wordt een aantal uren huishoudelijke hulp per week toegekend. Daarbij kunnen de mensen kiezen tussen Zorg in Natura en zorg via een Persoonsgebonden Budget. In het eerste geval komt er een medewerkster van een organisatie zoals Sensire. De klant hoeft niks zelf te regelen en de organisatie zorgt voor de werkzaamheden en aansturing van de medewerksters. Dat ligt anders in geval van een PGB (persoonsgebonden budget). In dat geval mag de klant/zorgvrager zelf iemand in dienst nemen om de werkzaamheden te doen. In feite is de klant dus opdrachtgever/werkgever van de huishoudelijke hulp. Dat kan leiden tot aansprakelijkheid bij ingevallen en de klanten moeten ook goed in staat kunnen zijn om de werkgeversrol te spelen.
De rol van het Kabinet.
Zoals aangegeven krijgt de gemeente een bijdrage van het Rijk via een ingewikkeld verdeelmodel voor de uitvoering van de WMO en dus ook de huishoudelijke hulp. Het College van de gemeente Aalten vindt dat dit bedrag in principe aan de huishoudelijke hulp besteedt kan worden. Dus als het te weinig is, dan moet bijv. het aantal uren verminderd worden (herindicering) of het aantal mensen dat een aanspraak kan doen verminderd worden. Dus voor de gemeente Aalten is het bedrag van het Rijk leidend voor de huishoudelijke hulp. In het regeer akkoord werd een bezuiniging van 75% (!) op dit bedrag aangekondigd. Dat betekent in de praktijk dat er nauwelijks meer huishoudelijke hulp gegeven zou kunnen worden. In het zorgakkoord van staatssecretaris van Rijn in mei j.l. werden de kortingen beperkt tot 40%. Ook in dat zorgakkoord is afgesproken dat er voor de klanten (toegang) in 2014 in principe niks verandert. Dus mensen die in 2013 een beroep kunnen doen, kunnen dat ook in 2014. Er moet nog wel een oplossing tussen rijk en gemeenten gevonden worden voor de kosten (totaal 89 miljoen voor Nederland). Eigenlijk is op dit moment nog steeds niet bekend hoeveel de gemeenten beschikbaar krijgen voor huishoudelijke hulp in 2014. De situatie na 2015 is nog veel onduidelijker: duidelijk is dat er een korting van 40% doorgevoerd wordt.
De onzekerheid bij gemeenten.
Omdat de gemeenten niet precies weten waar ze aan toe zijn, durven ze geen langjarige nieuwe contracten met aanbieders af te sluiten. Daarbij zijn er sommige Colleges die er wel voor voelen om goedkoper te gaan werken dus de klanten zoveel mogelijk te motiveren om akkoord te gaan met een persoonsgebonden budget (dus zelf werkgever spelen) in plaats van zorg in natura. Maar over alles heen ligt de onzekerheid hoe de situatie er uit ziet in 2015. Dan moet de nieuwe WMO in werking treden. Het ziet er naar uit dat in die wet de huishoudelijke hulp (schoon huis) niet meer als een individuele voorziening benoemd zal gaan worden. Dat betekent dat de gemeenten daarvoor voor hun inwoners niet meer verantwoordelijk zijn. Dat alles brengt de gemeenten er toe om te bekijken of ze misschien nog een jaar lang de contracten kunnen voortzetten met de bestaande aanbieders. Juristen geven aan dat dat eigenlijk niet kan omdat dat tegen het aanbestedingsrecht is. De contracten liepen immers tot 31 december en de gemeenten moeten ze tijdig opzeggen .
De rol van Sensire.
Sensire is één van de aanbieders van huishoudelijke hulp in de Achterhoek. Zij is daarbij afhankelijk van contracten met de gemeenten. Sommige gemeenten hebben –om hun handen vrij te houden – (Oude IJsselstreek, Montferland) deze contracten opgezegd; bij anderen (waaronder Aalten) verlopen deze van rechtswege. Om nu niet in financiële moeilijkheden te komen heeft Sensire aangekondigd de huishoudelijke hulpen ontslag aan te zeggen. Immers wanneer men dat niet tijdig doet, dan zullen de loonkosten doorlopen, terwijl het gevaar bestaat dat er geen werk meer is, althans geen contract met de gemeenten. De vakbond protesteert en heeft aangegeven dat het misschien handig is de mensen in elk geval in dienst te laten en vanuit dat dienstverband de huishoudelijke hulpen (en hun klanten) over te hevelen naar de eventuele nieuwe contractpartijen. Sensire heeft kennelijk daar niet voor gekozen en zet de collectieve ontslagaanvrage door.
Hoe nu verder.
Het lijkt erop dat iedereen een beetje gelijk heeft. Het is begrijpelijk dat de gemeenten geen verplichtingen willen aangaan als ze niet weten hoeveel geld ze te verspijkeren hebben. Het is te begrijpen dat Sensire geen risico wil lopen en tijdig ontslagvergunningen aanvraagt. Waarschijnlijk wil men helemaal van de huishoudelijk hulp als “product”af, vanwege de veranderingen in de WMO. Het is te begrijpen dat de vakbonden proberen de positie van de werknemers bij een eventueel ander contract zo sterk mogelijk te maken. Het is te begrijpen dat gemeenten hun kosten proberen te beperken. Als we er van uit gaan dat de hulp die nu geboden wordt zorgvuldig geïndiceerd is en dus noodzakelijk is dan is het van belang dat de diverse partijen uit hun schuttersputjes komen en het totale belang van de hulp aan hulpbehoevenden in ogenschouw nemen en kijken hoe er samen (los van juridische angels en klemmen) creatieve oplossingen bedacht kunnen worden voor de korte (volgend jaar) en de langere termijn. Uiteindelijk is het Rijk, het kabinet, de staatssecretaris verantwoordelijk voor de ontstane puinhoop. Hij zal sneller duidelijkheid moeten geven. Tot die tijd moeten werkgevers, werknemers, gemeenten en cliënten samen optrekken om de beste oplossing te zoeken. Als Progressieve Partij hebben we dat gedaan door in een motie voor te stellen dat bij nieuwe contracten het “oude”personeel moet worden overgenomen.