Ook de VVD kan de vergadering niet bekorten.
Het leek een korte vergadering te kunnen worden. Dat bleek tegen te vallen. De fractievoorzitter van de VVD, M. Veldhuizen, maande de voorzitter een paar keer tot snelheid door op zijn polshorloge te wijzen. Dat is een irritante gewoonte van Martin. Maar de raad liet zich niet door het horloge van de VVD regeren, maar nam de tijd om e.e.a. een goed door te nemen. Daar leek ook reden voor. Veel voorstellen van het College roepen vragen en onduidelijkheden op. Een van de belangrijke punten was de drank- en horecawet. Die heeft een paar doelen: het tegengaan van drankgebruik onder jeugdigen en het tegengaan van oneerlijke concurrentie van de paracommerciële instellingen ten opzichte van de horeca.
CDA pleitte voor ruimte voor de “derde helft”: immers daar kun je elkaar ontmoeten en de overwinning vieren. Volgens van Geenen (CDA) was het CDA nu typisch een partij van Kulturhuser, Kerken, Kroegen en Kermissen. En wilde ze niet teveel regels stellen. Wij hebben erop gewezen dat er in de nieuwe wet juist wel erg veel – niet te controleren- regels zijn opgenomen. Een A3 vol met gekleurde vlakjes en stroomschema moest dit illustreren. We noemden een aantal voorbeelden van “grensgevallen” waar niemand bezwaar tegen kon hebben, maar die toch verboden zijn onder de nieuwe wet. Voorbeelden het glaasje wijn na afloop van een concert of bij een opening van een expositie. Of de verhuur van een clubgebouw voor een verjaardagsfeestje, waarbij het plaatselijke café de drankjes of in elk geval de hapjes levert. Volgens de heer Navis van de VVD kon dat allemaal wel als het bestemmingsplan maar werd aangepast. De burgemeester wist het allemaal niet zeker en gaat het uitzoeken. Volgens de ambtelijke medewerkers kunnen de genoemde voorbeelden inderdaad niet. Ook niet de feestjes bij de speelboerderij de Neeth bij raadslid Frenken. Of de jubileumvieringen in theetuinen. De verordening is wel aangenomen, maar het blijft onduidelijk hoever nu de reikwijdte precies is. Opvallend is hoe weinig partijen als CDA en VVD verduidelijken wat er nu precies wel en niet geregeld is. Soms lijkt het wel of ze niet precies de consequenties van hun eigen regelingen durven te noemen. Onze fractie snapt ook niet dat de VVD die altijd de mond vol heeft over deregulering dit allemaal maar zo laat passeren zonder er iets over te zeggen. Zou de coalitie er belang bij hebben (met het oog op verkiezingen) om het allemaal niet zo duidelijk uit te leggen en de consequenties te laten zien?
De Pol en Malle Babbel
Het schimmenspel rond de Pol ging ook in de raad nog even door. Het bestuur had het College gevraagd of het mogelijk is dat de Pol het gebouw zou kunnen kopen. Het College wilde dat niet en vroeg om de mening van de raad. Echter voorafgaande aan dit agendapunt stelde wethouder Kok voor aan de raad om maar geen mening te geven. Aan het recht van eerste koop zat nl. een bepaling verbonden die inhoudt dat dit recht alleen bestaat wanneer de Pol onvoldoende haar functie kan uitoefenen. En dat nu had het bestuur niet gezegd. Niettemin hadden veel fracties er een mening over. Wij hebben aangegeven dat wij als enige partij destijds tegen de privatisering waren omdat we niet geloofden in de levensvatbaarheid van het ondernemingsplan èn omdat de raad nooit een duidelijke visie heeft gehad op buurthuizen, maar altijd een beetje op twee gedachten heeft gehinkt. Wel buurthuizen steunen bij de totstandkoming, maar ze ook zelf de broek op laten houden in de exploitatie. Dus eigenlijk moeten alle partijen die indertijd zo’n vertrouwen hadden in het bestuur van de Pol nu maar zeggen hoe het moet. PvdA en CDA vroegen zich af of het geen tijd werd voor een andere bestuursstructuur bij de Pol (daar gaat de raad niet over). CDA-er Luiten maakte het wel heel bont met het idee om de uitbater van de Malle Babbel de hut te laten huren en het aan de gang te krijgen. Dat leverde het CDA meteen het verwijt op dat ze Rutgers na jaren wel heel gemakkelijk inwisselden voor Wensink. En dat de banden van de CDA met Malle Babbel toch wel innig zijn. De andere dag meldde de Gelderlander dat de geruchten die al een tijd rondzongen waar zijn: Frank Wensink van de Malle Babbel stond op de groslijst van het CDA, maar het was hem niet gelukt de kieslijst te halen. Volgens de voorzitter van het CDA kwam hij niet op de lijst “omdat de positie waarin hij verkeert niet altijd even handig is voor een raadslid”. Hoe kun je het nog omfloerster zeggen. Uiteindelijk gaat het College dus antwoorden aan de Pol dat de vraag niet goed gesteld is, althans niet compleet. Het bestuur moet aangeven of ze zonder het gebouw te verkopen nog aan haar doelstellingen kan voldoen.
WSW-ers onderwerp van onderzoek door gemeente?
Een langdurige discussie met schorsing vond plaats over het idee van het College om de mensen met een Wsw-dienstverband bij Hameland en met een WWB-uitkering aan een onderzoek te onderwerpen welke loonwaarde men heeft en van welke voorzieningen men gebruik maakt. De oppositiepartijen vonden dat de gemeente niks te maken had met werknemers bij Hameland. Als Hameland iets wil weten van haar eigen medewerkers dan doet (en betaalt) Hameland maar een onderzoek. Niet de gemeenten. Bovendien dacht vooral de PvdA dat de gegevensverzameling op gespannen voet staat met de Wet op de privacy. Ook een onderzoek onder WWB-klanten wekte bij diezelfde oppositie bevreemding omdat het ISWI dat toch zou moeten doen en weten. De drie partijen dienden een amendement in om op dit moment af te zien van dit onderzoek, waarvan de kosten maximaal € `175.000 euro bedragen. GB volgde haar wethouder, VVD had er niet zo’n mening over, het CDA twijfelde. Maar na een schorsing van meer dan 20 minuten verklaarde Jos Wessels dat de fractie unaniem meeging met de coalitie en het Collegevoorstel: er komt een onderzoek onder alle inwoners met een WWB-uitkering en Wsw-indicatie. Jammer dat hier de macht van het getal weer ging voor de inhoud. Hier heeft nl. de raad op grond van onvolledige en hier en daar verkeerde informatie echt een verkeerd besluit genomen. Ook lijkt het ons geen goed signaal in de regio om maar vast met een soort systeem te starten terwijl we dat later toch echt (wettelijk verplicht) samen moeten gaan doen. Bovendien is het maximale bedrag ook geen kattenpis. Niemand kon ook zeggen in welke bandbreedte dit bedrag moest worden gezien. Dus de raad heeft werkelijk met de ogen dicht een onbekend bedrag uitgegeven voor iets wat (nog) niet nodig is. Maar ja, voor de meerderheid is het kennelijk nog moeilijker om het gelijk van de oppositie te erkennen dan om een zak met geld voor een onduidelijk resultaat tegen de adviezen van de uitvoering in uit te geven.
Reageren? joop.wikkerink@progressieve-partij.nl