Rekenkamerraport over handelen CDA-wethouder ten Voorde laat nog veel vragen open…
Een heikele kwestie was onderwerp van gesprek in het Ronde tafelgesprek van afgelopen dinsdag. Er lagen twee rapporten van de zgn. Rekenkamer op tafel. Eén over de vraag hoe het nu komt dat het bestemmingsplan Werklandschap West (Aalten, Zomerweg) door de Raad van State vernietigd is. En één dat ingaat op de vraag hoe de grondaankopen in dat bestemmingsplan tot stand zijn gekomen. En dan in het bijzonder de grondaankoop van de heer Luiten, agrariër ter plekke (Sondernweg) en CDA-fractievoorzitter. VVD-woordvoerder Navis begreep niet dat de rekenkamer vindt dat het College bij dit bestemmingsplan voldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Het oordeel van de Raad van State, hoogste rechtscollege, is nl. dat het bestemmingsplan onvoldoende zorgvuldig tot stand is gekomen en heeft daarom zelfs het hele plan vernietigd. Volgens de woordvoerder van de rekenkamer speelde het College ten tijde van de opstelling van dit bestemmingsplan parten dat de geur- en milieuwetgeving aan het veranderen was. Maar niettemin had het College er volgens de rekenkamer “meer bovenop moeten zitten”. Volgens Meerdink (nu nog CDA) lag de schuld van vernietiging eigenlijk bij de provincie, die had het laten lopen. Dat is altijd een bekende afleidingstruc van de voorman van de partij van varkensboeren. Hij wil graag zichzelf en z’n toenmalige CDA-vrienden uit de wind houden. Volgens de woordvoerder van de rekenkamer is de rol van de provincie niet uitputtend onderzocht maar is wel één beschuldiging tegen de provincie gepareerd. De heer Wossink (GB) vroeg naar aanleiding van de passage in het rapport “dat de gemeente er meer bovenop had moeten zitten”, wie dat had moeten doen. Het antwoord van de rekenkamer was: het college had een actievere houding moeten aannemen. Voor een goed begrip: ook toen bestond het college uit wethouders van CDA, VVD en GB. De Progressieve Partij is natuurlijk niet rouwig om de opstelling van de Raad van State. Wij waren vanaf het begin tegen dit overbodige bestemmingsplan. Ook de Provincie vond de hoeveelheid hectares onzin, in het kader van de regionale industrieplanning.
Aanvullende voorwaarden grondaankoop Luiten
De RTG-leden hadden veel vragen over de tot standkoming van de grondaankoop van het bedrijf Luiten door het toenmalige College in de persoon van ex-wethouder ten Voorde. Mw. Hoezen constateerde dat er door de zaakwaarnemer van Luiten extra voorwaarden bedongen waren. En vroeg aan de rekenkamer of de andere verkopers deze voorwaarden niet bedongen hadden. Het antwoord was: Dat is precies zoals het is. Een van de aanvullende voorwaarden was dat de heer Luiten een stuk grond om niet in bruikleen heeft gekregen. Later ontstonden twijfels in de organisatie of raadsleden wel grond in bruikleen konden krijgen. VVD-er Navis herinnerde eraan dat toen wethouder Teeuwsen een stuk grond kocht van de gemeente de provincie er aan te pas moest komen om dit goedgekeurd te krijgen. Had dat nu ook niet gemoeten? Volgens de rekenkamer heeft de organisatie aangegeven aan het College dat daar nader onderzoek naar had moeten worden gedaan, maar daar is het bij gebleven. PvdA-er Hoezen wilde weten of de constatering van de rekenkamer dat er onder tijdsdruk gehandeld is omdat de verkiezingen (van 2010) er aan kwamen en de heer Luiten wethouderskandidaat was, de zorgvuldigheid wel ten goede is gekomen. Volgens de Rekenkamer heeft het College de bedoeling gehad de zaak inderdaad ruim voor de verkiezingen af te handelen met de beste bedoelingen, niet met de intentie Luiten te bevoordelen. Ik denk dat de rekenkamer gelijk heeft dat hier door het college onhandig geopereerd is. Natuurlijk kan een raadslid er ook niks aan doen dat de gemeente zijn grond nodig heeft. Maar als het dan tot onderhandelen komt moet je elke schijn van belangenverstrengeling en partijdigheid vermijden. Dus liever niet één maar twee taxateurs, liever niet een gemeentelijke delegatie van 1 wethouder en 1 ambtenaar maar van elk twee, van elke stap in het proces ook de raad op de hoogte stellen. En in elk geval niet aanvullende voorwaarden in een koopovereenkomst opnemen te elfder ure. De andere wethouders zeggen dat ze niet daarvan geweten hebben, de burgemeester heeft wel getekend (ongezien dan?), de andere wethouders verwijten ten Voorde alleen gesoleerd te hebben zonder ambtenaren; de rekenkamer kan dat noch het tegendeel bewijzen. Wat ook de waarheid is: hier is ongelooflijk geklungeld door het hele college!
College niet in de positie om te antwoorden
De RTG-leden hadden ook veel vragen aan het College. Echter de burgemeester als woordvoerder wilde niet al te uitvoerig in zijn beantwoording zijn. Want het agendapunt aan de orde is het Rekenkamer-rapport en de opvattingen van de onderzoeker. De heer Pennings (CU) vond dat raar omdat in het rapport ook de reactie van het College was opgenomen. De RTG vraagt aan het college om haar visie te geven en ook om de afvaardiging samen te stellen. Ook hier manoeuvreert het College zich in een positie die alleen maar vragen oproept. Dat je iets niet meer precies weet na 4 jaar, soit; dat je hier en daar even ruggespraak wilt houden, vooruit; maar dat je als college gewoon niet op vragen in wilt gaan; dat kan niet en zal in de raad ook niet gebeuren. Bijvoorbeeld de vraag: waarom is de gemeentelijk taxateur op een gegeven moment van de zaak Luiten afgehaald, was dat een collegebesluit? Vervolgens kwam ook wethouder Ted Kok aan tafel zitten. Er was een vraag over de (plan)schade vergoeding die aan Luiten is betaald en die verrekend is in de grondprijs. Als nu het plan niet doorgaat, moet dan de schadevergoeding weer terugbetaald worden. Volgens wethouder Kok niet, omdat de schadevergoeding is verrekend in de totale grondprijs. Een van de aanvullende voorwaarden was dat de heer Luiten zijn verkochte grond tot 1-1-2014 gratis mocht gebruiken. De heer Navis (VVD) merkte op dat die datum voorbij is en vroeg of er nu dan huur of pacht betaald wordt. Wethouder Kok antwoordde dat in het algemeen de gemeente een vergoeding ontvangt van in gebruik gegeven gronden. Na enig aandringen gaf de wethouder aan dat hij niet wist of dat in dit geval ook gebeurt. Mw. Hoezen wilde iets weten over de wederhoornotitie. Daarin staat dat er verschil van inzicht over de aanvullende voorwaarden door de heer Luiten gesteld tussen de ambtenaren en de toenmalige wethouder ten Voorde. Dat resulteerde in het buitenspel zetten van de ambtenaren in het onderhandelingsproces. Zij wilde weten of dat een collegebrede beslissing was. Wethouder Kok antwoordde dat het College besloten had geen inhoudelijk commentaar op het rapport te geven. De opmerkingen in de wederhoornotitie komen van de ambtelijke organisatie. De onderzoeker bevestigde dat. Volgens mij kan dat niet. Het College is, hoe pijnlijk ook, altijd verantwoordelijk voor wat er namens de organisatie naar buiten gaat.
Beide rapporten, die over het bestemmingsplan en die over de grondaankopen komen aan de orde in de raad van 18 februari. De raad zal dan ook ingaan op de verbetervoorstellen zoals die door de rekenkamer zijn gegeven. Eén daarvan is een interessante: de raad moet eerder aan de bel trekken. Grondverkopen zijn een bevoegdheid van B en W. De raad wist niet eens voor welke prijs en tegen welke voorwaarden gronden aangekocht waren. De zaak is aan het rollen gebracht door de VVD. Ongetwijfeld na een signaal uit het College, anders hadden zij dit ook niet kunnen weten. De raad wist alleen dat de Raad van State het bestemmingsplan vernietigd had.
Reageren? joop.wikkerink@progressieve-partij.nl