27 december – In het voorjaar 2014 voerde de Progressieve Partij een actie tegen verkrotting en leegstand, vooral van panden in de centra van de kernen. Sommige eigenaren zijn bereid iets te doen aan de staat van hun pand. Anderen zijn wel bereid, maar ontbreekt het aan financiële middelen of passende bestemmingen. Een voorbeeld daarvan is de voormalige pijpenfabriek van Becking en Vaags aan de Hoekstraat. Het dak is nu keurig gerestaureerd; ook als behoud van het overige deel. Maar hoe nu verder? Hoe houden wij ons cultureel erfgoed in stand? Is een gemeentelijk/provinciaal fonds mogelijk? Het aankopen en opknappen en exploiteren van (particulier) onroerend goed is geen gemeentelijke kerntaak. Bovendien willen we als Progressieve Partij èèrst gaan voor fatsoenlijke zorg tegen eerlijke arbeidsvoorwaarden. Dat kost ook veel geld. In het verleden organiseerden wij al eens informatie bijeenkomsten met de NV Bergkwartier (Deventer) en de Stichting Stadsherstel (Doesburg). Is een herhaling zinnig? Kunnen bedrijven als BOEI een rol spelen? Groot probleem is natuurlijk op dit moment het geld, zowel voor restauratie als exploitatie. Wie doet hier wat aan? Of accepteren wij het dat er geen geld is en de monumenten verpauperen?