Wat is cultuur eigenlijk?
En wat moet de gemeente ondersteunen? Die vragen worden in de gemeentelijke beleidsnota wat uit de weg gegaan. Streekcultuur en erfgoed? Vernieuwing of historie? Muziek, dans, beeldend of alles? Experiment of doo moar gewoon. Als Progressieve Partij willen we de discussie over kunst en cultuur levend houden. Ik kijk nog met genoegen terug op onze pop-up expositie PRO-KUNST in 2014 en ons regionale debat met de Gedeputeerde in het Aaltens Museum op 3 maart van dat jaar. Maar het moet verder en aan de gang blijven. Er steken nieuwe initiatieven de kop op rond de Koppelkerk Bredevoort, muziek- en bandjescultuur rond bijv. Schiller in Aalten en Klein Theater te Dinxperlo. Er zijn enkele mooie exposities georganiseerd. Aansluiting bij erfgoed-initiatieven in de provincie is goed gelukt. Maar welke kant moet het op. Wij vroegen zo’n 10 betrokken burgers die veel hebben met cultuur eens te reageren op de culturnota. Hieronder hun interessante observaties.
•Nieuwkomers in het culturele veld met een langetermijnvisie krijgen in de huidige cultuurnota weinig kans om structureel iets op te bouwen. Waar zij aanspraak op kunnen maken is het Naoberfonds a €5000,- en Projectsubsidie(s). Dit zijn eenmalige gelden, die natuurlijk qua omvang lang niet toereikend zijn om iets van niveau op te bouwen. De bestaande culturele instellingen zijn in de huidige nota redelijk veiliggesteld (bibliotheek, muziekschool, Aaltense musea) en dat is natuurlijk van belang voor hun voortbestaan. Desalniettemin lijkt voor mij het huidig cultuurbeleid een beetje een ‘old boys-network’: vooral investeren in de bestaande status quo en veel te weinig in vernieuwing, verjonging en innovatie – wat denk ik erg urgent is in deze krimpregio.
•In het verlengde van het voorgaande: met de focus op projectsubsidies stimuleert de gemeente vooral tijdelijke projecten. Neem bijvoorbeeld sommige projecten die vanuit het Cultuur- en Erfgoedpact zijn gerealiseerd. Stuk voor stuk hartstikke mooie en waardevolle projecten. Ontzettend veel tijd (en vast ook geld) gaat in die vaak eenmalige evenementen zitten, terwijl je juist uit bent op structurele cultuurparticipatie. Wat mij betreft moet het beleid daarom meer gericht zijn op continuïteit. Het is toch hartstikke zonde van al die tijd, al dat geld en professionaliteit voor iets eenmaligs als je ook iets kan realiseren voor de lange termijn?
•Zoals iedereen weet zijn onze Oosterburen erg cultuur-minded. Ze gaan veel naar musea, houden van culturele uitstapjes en niet onbelangrijk: ze zijn bereid hier voor te betalen. Daarnaast zijn Duitsers ontzettend fan van Nederland: ze houden van onze openheid, gezelligheid en non-hiërarchische verhoudingen. Ook zijn ze stuk voor stuk total begeistert van Boekenstad Bredevoort. Kortom: super grote doelgroep. Ik lees niks in de cultuurnota om de banden met Duitsland aan te halen en te versterken.
•In grote steden investeert men nogal wat in city marketing en dat werpt zijn vruchten af. Gemeente Aalten zou er heel erg goed aan doen om te investeren in een overzichtelijke gezamenlijke cultuuragenda (ook in het Duits!). De toerist is dan in één oogopslag op de hoogte van de activiteiten in Aalten en omgeving. Nu raakt de toerist verdwaald in alle websites/facebookpagina’s die er veelal verschrikkelijk amateuristisch uitzien. Een goeie tweetalige website, Facebook en flyers met een gedegen redactie en een frisse, eigentijdse uitstraling is goud waard als je het mij vraagt.
•Het allereerste speerpunt van de cultuurnota is cultuureducatie. Hartstikke goed dat de gemeente investeert in het kennismaken met cultuur op jonge leeftijd. Maar sinds wanneer is educatie voorbehouden aan de jeugd? Er is een grote groep volwassenen die zich ook graag verdiept in cultuur. Volwasseneducatie schittert door afwezigheid in de cultuurnota. En dat vind ik vreemd, want om mij heen bespeur ik veel animo voor colleges in bijvoorbeeld kunstgeschiedenis, talen en filosofie. Niet alleen vanuit de bestaande behoefte die ik bespeur vind ik dit hiaat in het beleid vreemd, maar ook met het oog op onze status als krimpregio. Het wegtrekken van de jeugd naar de grote stad hou je volgens mij niet tegen – Aalten is voor een twintiger niet direct een logische vestigingsplaats en zal dit denk ik ook niet zo snel worden. Maar: krijgen (hoger opgeleide) jongelingen op een gegeven moment kinderen of worden ze ouder en hebben meer behoefte aan rust, ruimte en natuur, dan kan Gemeente Aalten wel degelijk een mooi vestigingsklimaat hebben. Door in te zetten op een cultuur- en verdiepingsprogramma op hoog niveau maak je het voor deze doelgroep interessanter om zich hier te vestigen.
“Ik heb het helemaal doorgelezen en ben mn blij dat cultuur educatie op scholen belangrijk gevonden wordt, daar ben ik het natuurlijk helemaal mee eens. Je kunt kinderen natuurlijk niet vroeg genoeg laten kennismaken met kunst/cultuur.
Daarbij denk ik dan met name aan een kennismaking van kunst die er toe doet; oude meesters, componisten van naam, schrijvers die hun strepen verdiend hebben, architecten van naam.
Het moet allemaal meer gaan over kunst met de grote K. De gemeente zou zich daar druk om moeten maken om dit meer onder de aandacht te brengen.
Ik vraag mij af of er wel voldoende adviseurs zijn, die echt weten waar het in de kunst omgaat.
St Art Aalten bv zou vanuit kennis aangestuurd moeten worden door de gemeente en niet andersom.
De naam van Willem te Voortwis geeft mij dan toch wat meer vertrouwen.
Verder vind ik zo’n beleidsstuk ook veel sociale academie taal, bijna niet om door te komen, veel herhalingen, veel zinnen waarbij ik denk wat bedoel je nu eigenlijk.”
En ja, dan is een cultuurbudget vanuit de gemeenten van zo’n € 10.000- per jaar wel erg weinig. De meerderheid van de raad vindt het wel best zo. Dus het is ook aan ons als Progressieve Partij en aan de initiatiefnemers van kunst en cultuur steeds te laten zien dat kunst en cultuur een van de basisvoorwaarden van een samenleving is. Al eeuwen trouwens.
Reageren? joop.wikkerink@progressieve-partij.nl