23 april – De fractie van de Progressieve Partij wilde als vervolg op het besluit van 15 maart en de discussie rond het faillissement van TSN nog een uiterste poging doen om de ontslagen werkneemsters onder dezelfde arbeidsvoorwaarden over te laten nemen door andere zorgverleners. Door het faillissement moeten de cliënten ondergebracht worden bij instellingen die gemiddeld iets goedkoper werken. Door hun personeel minder te betalen. Dus de gemeente houdt aan dat faillissement ongeveer € 20.000,– per jaar over. Samen met het overschot van € 143.000 in 2015 op de WMO en € 260.000 in 2015 en 2016 op de extra gelden die door het Rijk beschikbaar gesteld zijn om de werkgelegenheid in de thuiszorg te bevorderen, wilde de fractie dit gebruiken om de achteruitgang in salaris van de thuiszorgmedewerkers (in sommige gevallen van € 14,– bruto per uur naar € 10,– bruto per uur) te compenseren. Daarover diende zij een motie in. Die werd echter verworpen. PvdA, HMV en de Progressieve Partij zelf steunden alleen de motie. CDA, ChristenUnie, Gemeentebelangen en VVD waren tegen deze compenstatiemogelijkheid voor de ex-TSN-medewerkers. Onbegrijpelijk en een harde opstelling.
Onze fractie kan het niet uitleggen dat de gemeente goedkoper uit is, zelfs geld overhoudt en de medewerksters die hetzelfde werk moeten blijven doen soms gekort worden van 14 naar 10 euro bruto per uur. Wie zou weten hoeveel dat netto is en wat daar alemaal van betaald moet worden?
Het gaat hier om de onderkant van de arbeidsmarkt. Juist een overheid zou hier het veelgeroemde schild voor de zwakkeren moeten zijn. En dat kan omdat in dit geval de gemeente opdrachtgever is.