De democratie moet niet de bestuurders dienen.
De discussie over de vorm van de lokale democratie is nu toch wel echt losgebarsten. Even geleden kam een geoep burgemeesters, wethouders en raadsleden met een soort Manifest Code Oranje, waarin ze ook een fundamentele stelselwijzging bepleitten. Voor de discussie ook het tegengeluid van belang. Hieronder verwoord door Wim Voermans, bestuurskundige, afgelopen week in de Volkskrant.
– Hij zegt dat er een hele lawine van recente analyses doen geloven dat de democratie op zijn laatste benen loopt. De bestuurders ergeren zich aan de onkunde van de volksvertegenwoordigers.
Maar hij stelt dat de democratie er juist heel goed bij staat
– Vooral in de gemeentepolitiek is een enorme ontwikkeling geweest, er is a.h.w. een nieuw reveil doordat de oude bestuurders partijen hun achterban verliezen ten gunste van beweeglijke nieuwe politieke groepen ( de helft van de gemeente zetels wordt bezet door nieuwe lokale groepen). Door internet houden veel burgers zich kritisch bezig met de beslissingen van de bestuurders. Hier hebben de bestuurders veel last van.
– Hij stelt ook dat de hoge verwachtingen die men had over de G1000 bijeenkomsten zich niet waar maken. Uit onderzoek blijkt dat men met de uitkomsten hiervan erg weinig doet.
– hij stelt ook dat de bestuurders de werkelijkheden in hun eigen richting draaien ( in code Oranje).
Democratieën , en zeker vertegenwoordigende democratie, zullen altijd omstreden zijn, volksvertegenwoordigers , wars grofgebekt en tegendraads. Dat is essentieel onderdeel van wie en wat ze zijn: Ze articuleren belangen; vertolken emoties en vliegen elkaar in de haren. Strijd, en dat gebeurt in altijd nieuwe vormen steeds weer en volgens een nieuwe stijl.
Dat is vooral waar bestuurders veel last van hebben, en dat is net zo goed uit te leggen als de triomf van die nieuwe representatieve democratie dan als het failliet van die instelling.
Terug naar Aaltens niveau. Op mijn voorstel is er een groepje gevormd dat gaat nadenken over de vorm van het raadswerk. Dat moet verder gaan dan alleen de vraag of de ingekomen stukken stuk voor stuk behandeld worden of dat de commissiestructuur terug moet. Wellicht kan het boekje “Maatwerkdemocratie” uitgebracht door de denktank van de VNG hierbij helpen. Dat boekje gaat in op de rollen van de raad, de verbeteringen die de raad zelf kan aanbrengen, de rekrutering van raadsleden, het gebruiken van de kracht van de samenleving en de regionale samenwerking.
Het is mijn overtuiging dat er iets moet veranderen. Dat de tijd van verandering ook nu wel aangebroken is, dat er ook wel verandering in de lucht zit. Hóe het precies moet, weet ik ook niet, Daar moeten we het over hebben.
Ik was nogal onder de indruk van het gesprek met Wouter Bos in Pauw van 3 november (zie Uitzending gemist). Hij kon goed duiden waar nu het populisme vandaan komt en dat fact-free politici altijd beter geloofd worden dan politici die zich op feiten willen baseren.
Reageren? joop.wikkerink@progressieve-partij.nl