week 42 (klik hier)

Achterhoek, een sterk merk!
Om de raadsleden van de straat af te houden werden afgelopen dinsdag twee vertegenwoordigers van de Regio Achterhoek ingevlogen voor een discussie over de vorm van samenwerken in de regio. Dat gaat nl. niet zo van jetje. Er zijn wat nieuwe burgemeesters en die hebben geconstateerd dat de samenwerking te veel uitgaat van “what’s in it for me”.  Ja zeggen en nee doen, oud zeer niet kunnen vergeten. Daar zijn al wat raadsbijeenkomsten aan gewijd in de afgelopen jaren. Nu ligt er een voorstel hoe nu samen te werken in de Achterhoek. Waar iedereen het nl. over eens is, is dat de Achterhoek een sterk merk is. Waar je ook het een en ander onder kunt hangen: smart industry, groen en ruimte, toerisme, noem maar op. Maar daar houdt het dan ook wel zo’n beetje op.
 
Gevleugelde termen in de samenwerking zijn altijd:  “we moeten nu tempo maken”,  “drán en vooruit”, “hand  aan de ploeg”.  Maar welke kant we op moeten, met welke ploeg in welke richting blijft altijd onbesproken. Het lobby-en voor een dubbelspoor doet niet zoveel pijn. Maar het “verdelen” van woningbouw, industrieterrein of subsidies des te meer. En dan moet elke wethouder daadkracht, eensgezindheid en “visie” tonen, maar aan het eind van de dag moet hij/zij wel thuis komen met een mooi resultaat voor zijn/haar gemeente. Zie hier het dilemma van samenwerken. Daarom is er een model voorgesteld met regietafels waaraan behalve de overheid ook ondernemers, onderwijs en bijv. zorgpartijen plaatsnemen. Die doen voorstellen aan het Dagelijks bestuur en het Algemeen bestuur. De raden worden betrokken door twee of drie keer per jaar Achterhoekraden te organiseren. Zoals Herman Finkers al zei: “Laat’n wij het maar eens probeer’n “.  
Toch zit er een weeffout in de gedachte dat samenwerking in de Achterhoek alleen een kwestie is van organisatie. Als je naar de maatschappelijke ontwikkelingen kijkt dan zie je dat lokale en regionale identiteit steeds belangrijker wordt. Als mensen mij vragen waar woon je, dan zeg ik “in Bredevoort, Achterhoek”. Je voelt je betrokken bij de kleinste lokale identiteit en bij je streek. Dat betekent dat in regionale samenwerking prima uitgegaan kan worden van de regionale identiteit, maar dat je oog moet hebben voor de wens om overzichtelijke uitdagingen aan te gaan en op te lossen in de buurten, de wijken, buurtschappen en kernen. Dus je moet benoemen wat je op regionaal niveau wilt aanpakken (arbeidsmarkt, economie, “branding”) èn wat je aan het buurt- en wijkniveau wilt overlaten. Dat betekent bijvoorbeeld het instellen van buurtbudgetten, meer vormen van directe betrokkenheid en democratie over de eigen leefomgeving.
 
Reageren? joop.wikkerink@progressieve-partij.nl

Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *