Als vervolg op het persgesprek van donderdag ligt er een uitnodiging om iets te komen vertellen over het project van Laborijn bij RTV Slingeland. Het gesprek vindt plaats in de studio aan de Misterweg in Winterswijk op zaterdagmiddag. Vanwege de actualiteit vraagt interviewer Bernhard Harfsterkamp ook naar de standpunten van het college van de gemeente Aalten over Boogie Woogie. Dit is de “portefeuille”van collega Hans te Lindert. Hans kon die donderdag niet bij het persgesprek zijn; ik ben zijn vervanger, dus beantwoordde de vragen over Boogie Woogie. En dat ging zaterdag nog even door. Als wethouders weten wij natuurlijk niet alles tot in details van elkaars onderwerpen, maar op dit dossier hebben Hans en ik behoorlijk samen opgetrokken. Muziekonderwijs is nl. Ook van groot belang voor muziekverenigingen, waar ik dan weer mee te maken heb.
Volgens mij hebben we als College netjes gehandeld binnen de kaders die de raad ons in september meegegeven heeft. Wij hebben gevraagd om een bedrijfsplan waarin de bijdrage van Aalten gemaximeerd is tot € 80.000 per jaar. Als dat volgens de organisatie in tegenstelling tot voorgaande jaren niet kan, willen we graag weten wat we als gemeente dan wèl voor dat bedrag kunnen afnemen. Ons gaat het in de eerste plaats om de 68 leerlingen die nu via de muziekverenigingen les krijgen. Wij hebben geen antwoord op onze vragen gekregen, ook niet na herhaald vergaderen. Ook niet nadat we vanuit het college suggesties en handreikingen gedaan hadden. Iets met de administratie, iets met de p.r., steun bij het opstellen van plannen en een wisseling van bestuur. Als Boogie Woogie in deze houding blijft volharden zullen we genoodzaakt zijn om naar alternatieven, misschien op termijn, uit te kijken. Dat hebben we als college met de raad gedeeld in een raadsmededeling, met de buurgemeenten gedeeld, met de pers besproken en ook heeft Hans de hele gang van zaken dinsdag nog weer eens uitgelegd in de raadsvergadering aan de hand van vragen van de fractie van D66.
Je kunt natuurlijk altijd blijven uitleggen hoe het zit, en hopen op beweging van standpunten van de anderen. Maar we moeten als college natuurlijk wel de afweging gaan maken hoe we verder gaan. Zoals gezegd gaat het ons om het muziekonderwijs, niet zo zeer om de instelling. Dus we moeten gaan kijken naar oplossingen binnen en buiten Boogie Woogie.
Luister hier het interview.
http://rtvuitzendingen.rtvslingeland.nl/uitzendinggemist/program.php?programid=52
Lees hier de raadsmededeling.
https://www.aalten.nl/bestuur-en-organisatie/openbare-stukken_44063/category/publicatiestuk/raadsmededelingen_337/raadsmededeling-74-2019-boogiewoogie_125031.html
Maandag 20 mei.
De maandagen beginnen altijd met overleg met ambtenaren. Wat gebeurde er vorige week en wat is de agenda voor de komende week. Wie moet adviezen geven voor bijv. regionale bijeenkomsten en welke voorstellen uit onze portefeuille komen in B en W. en welke vragen kunnen we verwachten. Nu hadden we bijv. een heel aardig voorstel om via Figulus een zomerschool te steunen. De zomerschool is vooral gericht op kinderen van statushouders die normaal op de basisschool zitten. Uit onderzoek (daar hoef je geen top-wetenschapper voor te zijn) blijkt dat tijdens de zomervakantieperiode de taalvaardigheid weer afneemt. Dus wil Figulus een zomerschool voor deze kinderen organiseren. O.m. Pabostudenten, maar ook gewone onderwijzers schotelen de kinderen dan een programma voor gericht op taal. Omdat het vakantie is gaan ze ook wel naar leuke dingen als een kinderboerderij, museum, bedrijf enz. De kosten dekken we eenmalig uit het participatiebudget. En we gaan goed evalueren zodat we kunnen nagaan of dit aanslaat en volgend jaar kunnen besluiten of dit een vervolg krijgt.
Die middag een paar gesprekken met individuele medewerkers over specifieke onderwerpen. Een wekelijks terugkerend onderwerp is bijv. onze opdracht aan Laborijn, maar ook de wijze van uitvoering en organisatie van deze organisatie.
Die avond kwamen College en raad bij elkaar voor een tweede voorlichtingsavond over de Omgevingswet. We werden bijgepraat over het proces. Er zijn 7 werkgroepen gevormd die elk op een zekere datum iets moeten opleveren: een website, een aanpak om participatie te regelen, een verordening,. Dat is heel makkelijk gezegd, maar dit gaat enorm veel capaciteit kosten. Deels worden gemeenten ondersteund door materiaal , hulpstructuren en wetten vanuit het rijk. Het was die avond taaie kost. Eén verhelderend voorbeeldje. Stel iemand wil een aanlegsteiger in de Slingebeek bouwen, dan moet in de nieuwe situatie met één muisklik duidelijk zijn of dat mogelijk is, wat je er voor moet doen en hoe lang dat duurt.
Dinsdag 21 mei.
We hadden een lange en intensieve, maar zeer constructieve B. en W-vergadering. Hoofdpunt van bespreking de voorjaarsnota. Dat is de stand van zaken van de lopende begroting. Hoe loopt het met de budgetten en moet er bijgesteld worden. En reken maar van yes. De concept voorjaarsnota laat een behoorlijk te kort zien. Zoveel dat wethouder Financiën Ted Kok in de raadvergadering die avond aangaf dat naar zijn idee dit de grootste ombuigingsoperatie in jaren is en dat “alles bespreekbaar is” als het gaat om verminderen van de uitgaven of verhogen van de inkomsten.
Volgers van de gemeentepolitiek zal het niet ontgaan zijn dat gemeenten tegen enorme tekorten aanlopen. Vooral in het sociaal domein. Dat heeft twee oorzaken. Ook waarschijnlijk door de “organisatie dichtbij” is er een stijging van 10-12 % van de jeugdhulpaanvragen. Een tweede oorzaak is dat er door dit Kabinet verplichte maatregelen getroffen zijn die de gemeenten geld kosten. Zo is de eigen (inkomstenafhankelijke) bijdragen voor hulp afgeschaft en vastgepind op een bedrag van 17,50 per maand. Zo is er een zgn. Algemene maatregel van bestuur die tot gevolg heeft dat er fatsoenlijke lonen betaald moeten worden. Allemaal hartstikke mooi voor werkers en klanten, maar het kabinet heeft wel even vergeten hier het geld bij te doen. Een andere oorzaak -buiten het sociaal domein- is dat de uitkering uit het gemeentefonds (van Rijk naar gemeenten) achterblijft. Hoe minder het Rijk investeert, hoe minder gemeenten krijgen. Vorig jaar heeft het Kabinet 11 miljard over gehouden. Hadden ze dat geïnvesteerd in bijv. openbaar vervoer, duurzaamheidsmaatregelen enz. dan hadden de gemeenten meer geld te besteden gehad.
Dat zijn wel tegenvallers. Want toen we met het raadsprogramma bezig waren circuleerden er bedragen van 5% stijging van inkomsten. En waren de verdeelmodellen voor jeugdzorg nog niet bijgesteld. Dus we moeten als gemeente de tering naar de nering zetten op het gebied van uitgaven waar we zelf ook niet altijd 100% grip op hebben (mensen moeten nu eenmaal de nodige zorg krijgen). Maar dat zijn dus interessante afwegingen in de nabije toekomst.
Dinsdagmiddag gingen we als college op bezoek bij Bribus in Dinxperlo. Wat een mooi bedrijf! Ze maken daar 3600 panelen per dag, 1000 kastjes en honderden keukens, die elke dag weer worden geleverd op nieuwbouw- en renovatieprojecten van ontwikkelaars en woningcorporaties door heel Nederland. Een uitgekiend productieproces. Nog wel veel handwerk, maar ook veel automatisering. In het bedrijf werken 300 mensen, ongeveer 200 in de vestiging Dinxperlo en daarvan weer zo’n 60% uit de gemeente. Je ziet een verandering in de vraag naar personeel: van handwerk naar proces-operator, van timmerman naar machine-bediener. Het bedrijf doet veel aan innovatie en duurzaamheid. Toen één van ons opmerkte dat duurzaamheid vooral een trend was, werd hij streng gecorrigeerd: duurzaamheid is een noodzaak!. Maar natuurlijk (stel je je eigen keuken eens voor) is voor een duurzame keuken, modulair te vervangen een heel ander productieproces nodig. Dus vandaar ook veel innovatie in dit bedrijf. En een gelikte showroom! In principe zijn keukens min of meer gelijk aan elkaar (zeker die in sociale woningbouw of projecten geïnstalleerd worden), maar wat je op basis van diezelfde basis aan variaties kunt maken!. Overigens ook met Nederlandse inbouwapparatuur: Atag, Etna. Inmiddels is het bedrijf Bribus onder deel geworden van een Zweeds concern met 6000 medewerkers en tig miljard omzet. Maar zonder gevaar voor het voortbestaan van de Dinxperlose vestiging vanwege z’n mooie concept, gerichtheid op de Nederlandse markt en innovatiekracht.
Dinsdagavond dus raadvergadering. Met o.a. de uitleg van Hans over onze verhouding met Boogie Woogie (zie boven) en de winstwaarschuwing voor 2020 en verder (en eigenlijk ook al voor het lopende jaar) van Ted. Verder heb je in de krant kunnen lezen dat Paul Eijkelkamp (VVD) is vervangen door Linda Oonk (VVD) en dat Jan Wijbrans namens HMV fractievolger is geworden. Bloemen en speldjes.
Woensdag heb ik in verschillende overleggen (en achter de computer) informatie ingewonnen en nagedacht over welke kant we opgaan in het sociaal domein. Je merkt steeds meer dat mensen met een “ondersteuningsvraag” aankloppen en niet voor een eendimensionale voorziening. Dus bij wijze van spreken begeleiding bij het weer leren lopen in plaats van een traplift of een rolstoel. Daarbij is het vanuit de gedachte “positieve gezondheid”(voor de liefhebbers lees Machteld Huber) beter om in te zetten op preventie en leefstijl, dan op voorzieningen verstrekken. Ook met het oog op werk. Ja dat is nodig om in je inkomen te voorzien, maar ook broodnodig voor contacten, netwerken, leren met mensen om te gaan. Allemaal niet nieuw en anders, maar dat heeft wel tot gevolg dat de wetten in het sociaal domein (jeugd, WMO, participatie) in hun maatregelen of in hun “gebruikers’ steeds dichter naar elkaar toe kruipen. En dan kom je op het fenomeen “omgekeerde verordening” en “omgekeerd toetsen”. Dat wil zoveel zeggen als : werken vanuit de bedoeling en niet vanuit de regels. De ondersteuningsvraag centraal en niet de voorziening. Dan kom je dus uit op maatwenk voor jouw burgers die autonome personen zijn met hun eigen eigenheid”. Donderdag was er het jaarcongres van Divosa (directeuren van sociale diensten). Daar werd een nieuw boek ten doop gehouden: “De omgekeerde ambtenaar”. De gemeentemedewerker vertegenwoordigt dan een organisatie die toegankelijk en gastvrij is en uitgaat van wederzijds respect en vertrouwen. Die medewerker werkt dan vanuit 10 kernwaarden. Ik ben hier zeer van gecharmeerd en ik merk ook groot draagvlak onder de beleidsmedewerkers. Vandaar dat ik in een volgende blogs hier wel op terugkom.
Hier de plaatjes van de omgkeerde ambtenaar.
Donderdag:
Het was rustig in de gebouwen van de gemeente. Veel medewerkers moesten aan de bak op één van de 18 stembureau’s in de gemeente. Aalten doet mee met een experiment m.b.t. het tellen. De stemmen worden pas op maandag definitief geteld. De burgemeester ging zelfs alle stembureau’s per fiets bezoeken. Zelf stem ik al 30 jaar op GroenLinks. Hieronder waarom:
•Voor een Europese en eerlijke aanpak van de klimaatcrisis. Zoals een internationaal treinnetwerk en een stop op subsidies voor de fossiele sector.
•Voor eerlijk delen en het tegengaan van belastingontwijking. We zorgen ervoor dat grote bedrijven landen niet meer tegen elkaar uit kunnen spelen om zo min mogelijk belasting te betalen.
•Voor verbinding en een samenleving waarin we naar elkaar omkijken. Waar we mensenrechten hoog in het vaandel hebben staan, en die voor iedereen beschermen.
Vrijdag.
’s Morgens kreeg ik bezoek van een oud-collega en goede bekende van ROZ Twente-Achterhoek. Een organisatie die startende ondernemers adviseert en ook overheidsregelingen als het Besluit Bijstand Zelfstandigen uitvoert. Juist die vrijdag besloot de Ministerraad dit besluit aan te passen. Samen met organisaties als ROZ zat ik tot april 2018 in een ministeriële werkgroep die deze wijzigingen voorbereidde. Wij zijn –zo bleek vrijdagmorgen- niet zo tevreden over het resultaat. Mooier zou zijn als het Bbz een stimuleringsinstrument voor kleine ondernemers zou worden. Nu is het teveel een bijstands-ding. Wat we wel zouden kunnen doen is de informatie en steun aan (startende) ondernemers en ondernemers met schulden beter te ontsluiten. Twente heeft met steun van de provincie een mooi platform in het leven geroepen. Meteen maar een afspraak met de Regio Achterhoek gemaakt of dit ook iets voor de Achterhoek is.
’s Middags een vergadering van het Dagelijks Bestuur van Laborijn. De eerste kwartaalrapportage moest worden vastgesteld. Die wijkt niet zo heel veel af van de begroting 2019. Het aantal mensen met een bijstandsuitkering daalde licht. Toch moeten we rekening houden, ondanks de grote vraag, met een blijvende groep die het moeilijk heeft op de arbeidsmarkt of waarvoor zelfs de huidige arbeidsmarkt niet geschikt is. Bijvoorbeeld mensen met een beperking die daardoor niet 100% kunnen produceren. Maar ook statushouders die zo’n grote taal- en culturele achterstand hebben, dat werkgevers huiverig zijn om met hen in zee te gaan. Dat verplicht ons als gemeente dan weer om goede begeleiding, taalonderwijs en coaching te regelen. Uit de kwartaalcijfers van Laborijn blijkt dat 32% van ons bestand in de Participatiewet (311) uit statushouders bestaat. De noodzaak om hiermee aan de gang te blijven werd weer onderstreept door een SER-rapport dat vrijdag uitkwam. Ik heb onze ambtelijke organisatie èn Laborijn direct gevraagd hiermee aan de gang te gaan. Voor het rapport “Integratie door werk: meer kansen op werk door nieuwkomers”, klik hier:
https://www.werkwijzervluchtelingen.nl/actueel/integratie-door-werk.aspx
https://startenintwente.nl/