23 mei – Op 18 mei kwam de werkgroep sociaal domein bij elkaar. Dit is een werkgroep uit de raad, aangevuld met de voorzitter van de Sociale Raad, die los van de politieke besluitvorming probeert grip te krijgen en mee te denken over de vraagstukken in het sociaal domein (Jeugd, WMO en Participatiewet maar ook: onderwijs, gezondheidszorg). Vanuit de wethouders bestond al voor de coronacrisis de behoefte om met deze werkgroep te verkennen waar we heen gaan en moeten met het sociaal domein. Dus hebben we de stoute schoenen aangetrokken en de werkgroep “live” uitgenodigd maandagavond in de raadszaal op 1,5 meter afstand. En iedereen was er! Het was goed om elkaar weer in het echt te zien, te horen en met elkaar in gesprek te gaan. Waar ging het over?
Ontwikkelingen in het veld van opvoeden en zorg.
Binnen het sociaal domein gaat het in essentie om “wat vinden wij goede zorg” en “wat vinden wij goede opvoeding” en wat moet daarvoor gebeuren en wat hebben we daarvoor over. Of nog simpeler: hoe willen we eigenlijk dat er voor onze kinderen en ouders gezorgd wordt. Daarvoor zijn er allerlei wetten en verantwoordelijkheden. Die maken het antwoord op die vraag niet altijd eenvoudiger. Want wetten geven regels. En regels betekenen organisaties en dat betekent weer geld. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van (deels) de Jeugdwet, de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) en de Participatiewet. Deze wetten en hun voorschriften worden voor het grootste deel in Den Haag bedacht, gemeenten mogen uitvoeren en betalen. Dat schuurt.
Omgekeerd verordenen.
Een van de antwoorden op de soms met de praktijk schurende regelgeving vanuit het Rijk is de “omgekeerde verordening”. Daarbij is niet de regelgeving leidend maar “de bedoeling’. Andersom is ook voor inwoners niet het “recht op” leidend, maar de vraag: ”hoe kunt u het beste ondersteund worden in uw hulpvraag”. Soms is dat het aanbieden van een voorziening (traplift, scootmobiel), maar soms juist ook niet, maar is fysiotherapie met een oefenprogramma veel beter. Als je de gedachte van “omgekeerd verordenen” goed doortrekt kom je vanzelf op de transformatie in de zorg- en opvoedingsondersteuning: de-medicalisering, normalisering; preventie en positieve gezondheid; samen met inwoners, organisaties, omgeving en voorliggende voorzieningen (“it takes a village to raise a child”). Die visie op het Sociaal Domein hebben we ook neergelegd in de werkgroep. Volgens meerdere leden was dat al gemeengoed, was dit altijd al de bedoeling en zouden we dit allemaal moeten omarmen. Gelukkig.