Redactie, 9 april 2023
Joop Wikkerink, 9 april 2023
Het waarom
Wethouders zitten vaak met de neus in de papieren, overleggen met mensen die er verstand van hebben, moeten besluiten op grond van hen aangereikte informatie. Het is daarom zo ontzettend belangrijk dat we ook zien hoe het in de praktijk er aan toegaat. Het motto van dit college is “Daadkrachtig, duurzaam en dichtbij”. Dat proberen we in praktijk te brengen door bijvoorbeeld werkbezoeken (kijk op sociale media), bezoekjes aan en gesprekken met verenigingen, zorgpartijen en individuele inwoners. Je zou onze agenda’s eens moeten zien hoe vaak daar gesprekken met onze inwoners in staan. Dus we willen benaderbaar zijn, nieuwsgierig en geïnteresseerd midden in de samenleving staan en daar de signalen ontvangen.
Meelopen in de woon-zorgcentra
Woensdag- en de donderdag-morgen ging ik ging “meelopen” in het woon-zorgcentrum Stegemanhof (Aalten, woensdag) en Careaz Dr. Jenny (Dinxperlo, donderdag). Zo’n meeloopdag had ik al in oktober 2021 (!) afgesproken maar werd drie keer uitgesteld vanwege corona en de kwetsbare inwoners. Ik heb veel geleerd, gezien en ervaren. Vooral dat het soms niet meevalt om vandaag de dag oud te zijn en (deels) afhankelijk van zorg. Gelukkig is er gemotiveerd personeel en vrijwilligers (hoewel die laatste ook dungezaaid en op leeftijd zijn).
Thuiszorg St. Marga Klompé
Woensdag begon met een interessant kijkje achter de schermen van de Thuiszorg. Wat doen ze, wat “mogen” ze, wat kunnen ze? Hier valt op de enorme “protocollering” van de zorg. Wat zou het mooi zijn als de professionals meer de verantwoordelijkheid en de beslissingen konden nemen over de dingen die goed zijn voor mensen. En dat niet alles opgeknipt is in taken, bevoegdheden, urenverantwoordingen enz. Een tweede onderwerp is de bijkans idiote opdeling in wetten, financieringsstromen en verantwoordelijkheden en dan vooral het samenspel daartussen. Een derde punt zijn de enorme pieken en dalen in het “aanbod” versus de kleine contractomvang. Dat lijkt met de huidige arbeidsmarkt situatie niet houdbaar. Mensen moeten een fatsoenlijk contract en bijbehorend loon hebben om van te leven. Dus je zult combi’s moeten maken, misschien tussen zorgsoorten, instellingen, organisaties.
Vrijwilligers en professionals
Vervolgens een gesprekje met de AFM-vrijwilliger van het jaar Jan Meijnen over zijn werkzaamheden in de Stegemanhof als vrijwilligers. Die avond organiseerde men een familie-avond met onder meer als onderwerp de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers. (Er hadden zich niet veel familieleden opgegeven.) En mooie verhalen over de totstandkoming en ontwikkeling van de electrokar. Inmiddels onmisbaar in de gemeente. Koffiedrinken met het personeel: werkdruk, opleidingen, roosters en omvang contracten. Maar ze vinden het allemaal prachtig werk.
Het beweegprogramma.
Toen op naar het “beweegprogramma” onder leiding van de altijd enthousiaste Joke Meinen. Ze legde aan de groep van plm. 10 dames en één heer heel goed uit waaròm de oefeningen zo belangrijk zijn. Dus we gingen rekken, strekken, benen en voeten bewegen, armen om hoog, ballen met vuisten, handen en voeten. Hockeyen. Ik mocht de keeper zijn en hield veel tegen. Behalve de pegels van mw. Van Drie: 3 doelpunten maakte zij. Gefeliciteerd. Toen met Jan een inwoner in de rolstoel ophalen voor het middagmaal, uitserveren (lekker maaltje trouwens; alles wordt aangeleverd via een bedrijf en dat wordt in de keuken warm gemaakt met een “steamer”. En dan hoor je van de bewoners van Stegemanhof, en enkele “buren” dat alles perfect is, ze wonen mooi (nou ja dan het uitzicht wordt wel een beetje ontnomen door de nieuwbouw van AH), de activiteiten zijn leuk, het eten is goed. En de verhalen zijn nog lang niet op (hè mw. Ten Barge?). Mooi om zo eens van binnen uit ideeën op te doen over de toekomst van de zorg.
Donderdagmorgen naar Dr. Jenny, Dinxperlo
Elke donderdagmorgen komt een groepje van zo’n 15 mensen naar het activiteiten-aanbod (soms ook dagopvang) in Dr Jenny in Dinxperlo. Zo wordt dit woon-zorgcentrum, waar veel somatische patiënten wonen, maar ook zgn. PG (psycho-geriatrisch, zeg maar dementerenden) en enkele Korsakov-patienten, een echt huis van de buurt. Mooi om te zien dat er een soort af en aanloop is van dit inloopcentrum.
Koffie en spelltejes
Om 10 uur zetten wij ons aan een grote tafel voor koffie. Er kwamen zoveel verhalen los van mensen met interessante levens dat dat maar zo minimaal een uur duurde. Alles kwam langs: waarom de acceptgiro’s en het contante geld weg ging, hoe je moest reizen met Valys, wat je moest doen met je postzegelverzameling als je oud werd, hoe het leven in Amsterdam was, woar bu’j van en wat er nou toch moest met de koninklijke onderscheiding van je overleden man. Allerlei ideeën kwamen over tafel: van omsmelten of aan je kinderen geven tot in de kast leggen of teruggeven aan de gemeente. En dat laatste is nou net wat moet. Dus ter plekke even gebeld met onze medewerker die over de koninklijke onderscheidingen gaat: telefoonnummers uitgewisseld. Ook weer opgelost. Ook WO-2 speelt nog wel een rol. (mensen zijn ook tussen de 85 en 95, dus hebben nog wel actieve herinnering aan die tijd). Dus Doortje kwam met een bonnenkaart van 1939 op de proppen. Die ging van hand tot hand. Hoog tijd om een spelletje te doen. Keus tussen Rummicub en “vragen spel”. Het werd dat laatste omdat ik niet kan Rummicubben. Kleurdobbelsteen gooien, vraag beantwoorden. Veel over “vroeger”. En dat maakt de tongen dan weer los. Wat zijn “kaantjes”: de een dacht uitgebakken spek, de ander wist zeker dat het gebakken varkensvet was. En of er vroeger ook al elektrisch geschoren werd? Natuurlijk niet: alleen de baard bij mannen, verder niks geen oksels of bikinilijn. Lachen.
Kaarten met “Laatste kaart”.
Tijd om naar de andere ruimte te verkassen. Een vaste kaartclub. Ze hadden zichzelf de naam gegeven: ” Laatste kaart.” Want daar gaat het bij het spel Uno om. Een soort pesten. Maar dan met kleuren, symbolen en cijfers. Je begint met zeven kaarten en probeert er zo gauw mogelijk vanaf te komen. Er werd evenveel gepraat dan gekaart: “I’j hebt de mond eerder versletten dan de beene”. Het plezier spatte er van af. En ondertussen de verhalen “waor bu’j van? “Ik kom al 18 jaar op de dagopvang, ik zou het niet willen missen”. Ondertussen was de activiteitenbegeleidster bezig met woordjes oefenen via de I-pad met een duidelijk dementerende persoon. Mooi dat je kon zien hoe zeer hij zijn best deed. “Je mag fouten maken hoor”, zei de begeleidster. Ontroerend.
Wandelingetje, gesprekje met personeel
Tijd om naar buiten te gaan (met wie wil) . Een wandelingetje om het complex heen, via de tuin met waterpartij weer naar binnen. Het warme eten werd opgediend. Zag er ook al weer zo lekker uit. Toen nog een gesprekje met het lunchend personeel ook weer over werkdruk, roosters, contractomvang,. Ook met een stagiaire vanuit ROC De Graafschap. Ze gaf aan dat ook wel leerlingen vanuit zorg naar andere beroepen gaan. Maar ook andersom. Zij was een goed voorbeeld: had eerst wat anders gedaan maar nu bewust gekozen voor de zorg. Wat een leuke ontmoetingen. Veel verhalen en herinneringen.
Serieuze boodschap
Tot slot heeft de wethouder nog een serieuze boodschap. “De huidige vorm van zorg staat onder grote druk. Er is te weinig personeel, er mogen van de Minister nauwelijks verzorgingsplaatsen bijgebouwd worden, terwijl er sprake is van een dubbele vergrijzing. Het aantal ouderen stijgt en worden ook ouder. Er is dan ook maar één boodschap: denk tijdig na hoe je oud wilt worden. En regel wat je nu nog kunt regelen. Vraag advies en ondersteuning. Bij de gemeente zijn wooncoaches, woningaanpassingsprogramma’s, enz. Neem contact op met de gemeente, ouderenwerkers bij Figulus of de aktiviteitenbegeleiders bij Dr. Jenny. Daar kan men ook altijd vrijwilligers gebruiken en natuurlijk zijn buurtbewoners welkom om mee te doen met de dagactiviteiten.