9 september – Stel je woont al jaren goed en gezelig in een fijne buurt. De huizen daar zijn zo’n 30 jaar geleden neergezet door de woningcorporatie op een stuk braakliggend terrein waar nog weer langer geleden een fabriek stond. Na jaren heb je je woning door goed te sparen en hard te werken kunnen kopen van de corporatie. Je bent meteen aan de slag gegaan om de woning en de tuin goed te onderhouden.
Dan worden er –bij toeval- asbestresten ontdekt op een speelterrein bij je in de buurt.
Waar de asbest precies vandaan is gekomen, is nog altijd onduidelijk. Het zou kunnen gaan om restanten van een oud fabriekscomplex , dat in de oorlog is gebombardeerd. Bekend is dat restanten in een oude bomkrater zijn geschoven. Maar er gaan nog veel meer verhalen in het dorp. Uit de archieven is geen veroorzaker te achterhalen. Hij zal zich ook wel niet melden. Nu zijn de huidige regeltejs zodanig dat het asbest in de bodem verwijderd moet worden. Maar wie moet dat betalen? Voor het naastliggende gemeentelijk terrein is het duidelijk: de gemeente.Maar wie draait op voor de kosten en sanering in de tuinen? Wij zullen meer van dit situaties tegenkomen. Bewoners wonen aljaren nietsvermoedend in hun huis, opeens wordt er vervuiling gevonden en de dader ligt op het kerkhof. De Progressieve partij is van mening dat dat dan typische een gevalletje voor de overheid als “schild voor de zwakken” is. Volgens raadslid Gerrit Migchelbrink bij radio AFM moeten we een soort fonds gaan vormen om de sanering in dit geval te kunnen betalen. Het CDA was het in de uitzending daarmee eens. Nu eens kijken of zo’n voorstel van ons er doorkomt…..