5 november – De rekenkamercommissie heeft de rol van de gemeente bij buurthuizen onderzocht. Dat loopt al een tijdje. Het eindrapport aan de gemeenteraad moest eerst langs B. en W. Die reageerde nogal defensief. In plaats van het rapport als leerdocument te beschouwen schoot het college nogal in de verdediging. Reden om eens een goed gesprek te voeren tussen onderzoekers/adviseurs, de raad, enkele collegeleden (2) en enkele ambtenaren. Dat vond plaats op dinsdagavond. Het was moeilijk om tot een inhoudelijke dsicussie over de functie van buurthuizen te komen. Veel raadsleden kijken alleen naar de financiën en de bijdrage van de gemeente, en veel minder naar de functie van zo’n gemeenschapshuis in het gemeentelijk beleid. Het gevolg van de financiële blik is dan dat er een gevaar dreigt dat er op termijn bij sommige buurthuizen “de stekker eruit gaat”. Vooral in sommige buurtschappen is het (getalsmatige) draagvlak erg smal aan het worden. Is het dan verstandig om in Barlo bijvoorbeeld er nog meer m2’s sociaal cultureel onroerend goed bij te zetten. Een meer inhoudelijke benadering ziet kansen in het ruimte bieden voor activiteiten in het kader van participatie of WMO. De conclusie van deze avond was noch vlees, noch vis: elke situatie is anders en “je”moet zorgen dat er aan een aantal randvoorwaarden voldaan wordt. De Progressieve Partij is sterk voor het opnemen van de buurthuizen in het programma voor participatie.