Is 11 ha nieuw industrieterrein nodig?

Raadvergadering 17 december.
Deze laatste raadvergadering van 2024 stond in het teken van de Uitbreiding van bedrijventerrein. In vorige Progressief Nieuws edities is hier nav beeld- en oordeelvormingen al uitgebreid over geschreven. Afgelopen dinsdag moesten er dus besluiten over worden genomen.
Onze eerste termijn op dinsdag:

“Dames en heren,
Laten we vooropstellen: iedereen hier wil een levendige, gezonde en florerende Aaltense gemeenschap. Een gezond bedrijfsleven hoort daarbij. Is daar onderdeel van en is gevólg van die gezonde samenleving. De gedachte is tegengesteld aan wat vaak wordt aangenomen. Het beeld is vaak dat de economie dragend is voor de samenleving, maar het omgekeerde is waar. Een economie kan pas gezond zijn en tot blijvende bloei komen wanneer de setting waarin ze zich ontwikkelt, de bedding waarop ze kan groeien gezond is en gezond blijft. Die bedding is de sociale en de ecologische omgeving.

Eigenlijk hebben we het over een ecosysteem: een gezonde omgeving maakt groei en ontwikkeling mogelijk. Dat geldt voor planten en dieren en mensen en evengoed voor bedrijven. Tegelijk stelt het ecosysteem ook grénzen aan die groei. Er moet een balans zijn tussen de verschillende subsystemen. Denk aan lucht, bodem of waterkwaliteit: wanneer hier schade aan wordt toegebracht leidt dat onherroepelijk tot repercussies in de vorm van gezondheidsklachten, lagere gewasopbrengsten of dure opruimkosten van gedumpt afval. Denk ook met name aan ruimte. In het dichtbevolkte Nederland hebben boeren vanwege de strijd om de ruimte veel last van de stijgende grondprijzen. Ook voor natuur en recreatie is ruimte nodig. We moeten dus uiterst zorgvuldig omgaan met onze beperkt beschikbare ruimte.

Daarom zijn wij groot voorstander van focus op intensivering van bestáánde bedrijventerreinen. Dat hiervoor ‘schuifruimte’ nodig is begrijpen we volkomen. 5 ha is hiervoor ruim voldoende schatten we in.

Een kleine uitbreiding van het bedrijventerrein heeft dus zeker voordelen. Voor die schuifruimte, maar ook omdat een nieuw te ontwikkelen terrein kansen biedt om positieve bijdragen te leveren aan dat ecosysteem. Het nieuwe economische denken draait niet meer alleen om groei en winst, maar om een positieve bijdrage aan de samenleving. Je kunt voor die doelen SDG’s gebruiken, maar wethouder Kok, dat hoeft niet per sé. Amsterdam hanteert het model van de donut-economie van Kate Raworth. BCI noemt het toekomstbestendigheid en adviseert daarop sterke ambities te formuleren. Waar het om gaat is die brede blik, dat integrale denken dat verplicht is onder de omgevingswet.

We denken dat zo’n integrale blik een ander plan had opgeleverd. Met minder ha’s. Maar het is nog niet te laat. We nemen hierover nu nog geen beslissing. Eerst de onderzoeken en de toegezegde risicoanalyse. Ook met een risicoanalyse dwing je jezelf tot een bredere blik dan alleen te werken vanuit het veronderstelde belang van bedrijven.

We zijn blij met deze tussenstappen die mede op onze inbreng in het proces zijn opgenomen. We gaan dus akkoord met beide voorliggende collegevoorstellen.

En als we als gemeente de Social Development Goals (SDG’s) serieus nemen – en dat doen we toch? – en dan bijv. SDG nr. 15 bekijken: leven op het land (biodiversiteit, ecosystemen, klimaatadaptatie), dan wordt handhaven van het bos een no-brainer.

En we roepen het college op om de oproep van BCI tot een stevige toekomstgerichte ambitie ter harte te nemen. Zodat het bedrijventerrein op alle vlakken een positieve bijdrage aan de samenleving gaat leveren.

Dank u.”

In de discussie daarna werd door een enkele fractie waaronder de VVD nog ‘werkgelegenheid’ als argument genoemd vóór uitbreiding. Maar zelfs de IKAD-inspreker tijdens de beeldvorming had al toegegeven dat dat argument niet meer op gaat. Er is nu al een enorm tekort aan arbeidskrachten. Uiteraard was de VVD, evenals CDA en GB groot voorstander van uitbreiding van het bedrijventerrein en dus ook voor het collegevoorstel. Al was enig ‘tijdverlies door het eerdere ‘niet -rijp’ verklaren (zie voorlaatste PN) wel jammer’. Echt jammer is dat deze partijen niet inhoudelijk ingaan op kritische geluiden en niet het bredere plaatje in de discussie willen betrekken.

CU was het meest kritisch op het collegevoorstel. Holtman noemde het ‘duidelijk voorsorteren op grote uitbreiding’. CU vindt het te groot, te belastend, financieel te riskant. Met grote twijfels over nut en noodzaak (idem PP).

BBB-HMV diende een amendement in waarin eerst een raadbesluit over locaties werd gevraagd. Dit werd weggestemd.

Het collegevoorstel voor onderzoek werd met 5 tegen (BBB en CU) en 15 voor breed aangenomen. Onze stemverklaring daarbij:
“We gaan akkoord met het voorstel vanwege de hierin opgenomen onderzoeken en we zijn benieuwd wat de uitkomsten van de toegezegde risicoanalyse zijn. En een winstwaarschuwing, voor alle duidelijkheid: dat betekent niet dat we akkoord zijn met de uitbreiding tot 11 tot 15 ha.
Ook roepen we het college op de 2 aanbevelingen uit onze 1e termijn ter harte te nemen.”

Het collegevoorstel voor het vestigen van voorkeursrecht werd met alleen CU tegen aangenomen.


 

Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *