Dinsdagavond organiseerde de gemeenteraad een beeldvormende vergadering. De zgn. Kadernota van Laborijn stond op de agenda. De kadernota geeft de kaders aan voor de komende jaren. Vooral de inhoudelijke ontwikkelingen, die dan straks vertaald worden in de begroting, waarin de echte maatregelen en de financiële gevolgen geraamd worden.
Strategisch beleidsmedewerker Fleur Ebbers van de gemeente Aalten verzorgde de presentatie. Ze wees op een paar opvallende dingen. Allereerst lijkt de instroom in de bijstand in vergelijking tussen de Laborijn-gemeenten in Aalten harder te gaan dan in Doetinchem. Bij de uitstroom is het andersom: percentueel stromen meer mensen in Doetinchem uit dan in Aalten. Voor de instroom kan de verhuizing vanuit andere gemeenten een oorzaak zijn. Voor de uitstroom zijn er in Doetinchem iets meer mogelijkheden dan in Aalten. Daarom heeft de gemeente Aalten ook samen met Laborijn een plan bedacht om de uitstroom te bevorderen. Bijvoorbeeld door minder kansrijke mensen toch beter te ondersteunen. Om een idee te geven. Aan het eind van het jaar 2024 zaten er 318 huishoudens in de bijstand. Per maand gaan er zo’n 5 huishoudens uit, en komen er zo’n 7 huishoudens bij (in 2024).In Doetinchem zitten 1194 huishoudens in de bijstand. Een raadslid merkte op dat Doetinchem ongeveer 2 x zo veel inwoners heeft dan Aalten, maar dus meer mensen in de bijstand.
In dit grafiekje zie je het grillige verloop van het BUIG-budget (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen aan Gemeenten); de donkerrode balkjes zijn voor Aalten. Het verschil met Doetinchem heeft te maken met een andere rekensystematiek voor gemeenten boven de 40.000 inwoners.
Een tweede opvallend element is dat na de decentralisaties er meer mensen in de bijstand komen met een beperking. Dat is ook logisch want mensen met een beperking kwamen voor 2015 veelal in de Wajong (Wet Arbeidsinschakeling Jonggehandicapten). Of konden aan de slag in de Wsw. De vergoeding van het Rijk voor een Wsw-plek aan de gemeente is ongeveer € 35.000 (voor salaris en organisatie) en voor de Participatie-wet € 11.000. Dat betekent dat steeds meer mensen via gewone werkgevers aan het werk moeten en dat het beschutte werk afgebouwd moet worden. Echter de mensen voor wie dat beschutte werk is, blijven even beperkt en het aantal stijgt. Dat gaat een keer vastlopen. En daarom is het goed dat de gemeenteraad regelmatig geïnformeerd wordt over de aantallen, de bedragen en de acties.
In dit figuurtje zie je de prognose van de diverse groepen in de bijstand. De “klassieke groep”(groen) blijft ongeveer gelijk. De groep jonge arbeidsgehandicapten maakt in 2050 zeker 50% van de doelgroep uit.