14 februari – Het marktwezen zit ingewikkeld en ouderwets in elkaar. Het instellen van markten is een bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders. Zij bepaalt de omvang, wie er wel en niet mag staan en int de marktgelden en verhuurt soms de kramen. De gemeente houdt de boel school en zet de markt af. Niet meer van deze tijd vinden de marktkooplieden in Dinxperlo. Ze willen verzelfstandigen, zelf de marktgelden innen, kramen huren, schoonhouden en vooral gezamenlijk reclame maken. Ze maakten daarover afspraken, maar die werden door wethouder Erik Luiten weer teruggedraaid. Daarop organiseerde de Progressieve Partij op 1 december een gesprek met de Dinxperlose marktkooplui. We nodigden de PvdA en VVD daar ook bij uit, spraken een strategie af, agendeerden de zaak in een RTG en kregen naar het scheen ook een paar Dinxperlose coalitie-raadsleden mee. Die trokken de melk weer op vanwege de fractie- en coalitiedicipline. Want de nieuwe marktverordening van hun wethouder was voldoende. Ook de opppositie opereerde niet handig. De PvdA zou een concept-motie maken maar zette niet door. De VVD kwam zonder overleg met een eigen motie. Dat leek een beetje op scoren met werk en moeite van een ander. Samenwerken is moeilijk en moet je leren als je jaren lang gewend bent geweest aan een wethouder die dacht dat hij de lakens uitdeelde en je als fractie alleen maar ja hoefde te zeggen. Het maakt ons niet uit van wie een voorstel komt en wie er mee scoort, als het maar een goed voorstel is. En dat is het verzelfstandigen van de markt in Dinxperlo. Goed voor ondernemers en consumenten. Dinsdag weer in de raad. Dan blijkt wat de overhand krijgt: vernieuwing of “wi’j holt ut bi’j ut olde”.