11 juli – Het leek zo mooi en eenvoudig. De Winkelsuitingswet was in 2013 al veranderd. Gemeenten mogen zelf weten wanneer winkels binnen bepaalde tijdvensters open zijn. Geen gedoe met aantal zondagen, en welke dan, aparte gebieden, toerisme regelingen, uitzonderingen voor boekwinkels enz. Het duurde lang voordat het vorige College ook zo ver was. Maar na enige pogingen, wisselende standpunten van de winkeliers en weifelend optreden van toenmalig wethouder Teeuwsen, lag er toch een duidelijke regeling. Gewoon de mogelijkheid om elke zondag de winkels open te doen. Overlaten aan de ondernemers. Die kwamen er wel uit, zeiden ze: 5 evenement-zondagen in Aalten, een paar thema’s in Dinxperlo, supermarkten zondagmiddag open, meubelwinkels in het meubelseizoen enz. Toen kwam de Christelijk-conservatieve coalitie. Die draaiden een verschrikkelijk comprmis in elkaar: te ingewikkeld en onduidelijk voor woorden. Soms respect voor de zondagrust, maar op 12 zondagen niet en bij sommige winkels 24 zondagen niet. Elke coalitiepartner voelde zich een beetje winnaar bij dit compromis. Maar het is niet uit te leggen. Zo bleek ook dinsdag in de raad.Het wordt een ratjetoe aan openingstijden.De verliezers zijn de ondernemers die de zondagopenstelling zeggen nodig te hebben uit concurrentie-overwegingen en de consumenten. De minderheid heeft de meerderheid de wil opgelegd. Vanwege machtspolitiek en coalitiebelang.