Dinsdag 29 oktober was er in het Kulturhus in Dinxperlo een themavond van PP, met als onderwerp: Kwaliteit van het landschap in Aalten. Inleider was de heer Anton Stortelder uit Zieuwent. Hij is landschapsecoloog en oud-medewerker van Alterra uit Wageningen.
Als eerste ging hij in op de zeven landschapstypes die we in de Achterhoek hebben, te weten: oud hoevenlandschap, heideontginningslandschap, heidebebossingslandschap, beekdallandschap, landgoederenlandschap en rivierenlandschap. Dat leverde vele mooie plaatjes op, hoe het zou kunnen zijn!
Maar omdat dat helaas niet meer algemeen is, gingen we “op zoek naar de: Basiskwaliteit voor natuur en landschap”. Samen met Vogelbescherming Nederland wordt er een standaard (bench mark) opgesteld, waaraan een bepaald gebied zou moeten voldoen. Om die basiskwaliteit te bereiken wordt hierin samengewerkt met veel organisaties, zoals: provincie Gelderland, gemeenten, waterschappen, SBB, Gelders landschap, LTO, WBE, vogelwerkgroepen en burgerinitiatieven. Bij het opstellen van die standaarden gaat het niet over bijzondere soorten vogels of planten, maar om gewone planten en gewone soorten vogels, zoals kieviten, grutto’s, zwaluwen, enz
Die voorwaarden om die basiskwaliteit te bereiken gaan over: inrichting, beheer en milieu.
Inrichting: herstel landschapselementen (o.a. houtwallen), schuren worden groen ingepast (zoals vaak in de vergunning staat maar zelden wordt gehandhaafd). Watergangen, bossen en singels worden afgeschermd met bufferzones van enkele meters breed om verontreiniging van mest en insecticiden tegen te gaan.
Beheer: bermen behouden (“geen landjepik”) en jaarlijks maaien, op maaipaden langs sloten maaisel afvoeren (verschralen) en vogelvriendelijk graslandbeheer.
Milieu: duurzame landbouw (o.a. project Vruchtbare Kringloop) met minder chemie.
Wat houdt die samenwerking met alle organisaties onder andere in?
De provincie kan bij voorbeeld een fonds instellen om de boeren financieel te compenseren, omdat ze een strook grond inleveren of een weiland natuurlijk gaan beheren.
De taak van de gemeenten is om initiatieven van burgers te stimuleren. Maar vooral handhaving is van belang. In de loop der jaren zijn erg veel singels, bosjes en steilranden verdwenen. Ook het “landjepik” van bermen en slootkanten moet tegen gegaan worden. Bestrating (ook bij burgers) moet zoveel mogelijk waterdoorlatend zijn om het riool te ontlasten en het grondwaterpeil te verhogen. Daarnaast is communicatie over de goede resultaten belangrijk als stimulans voor iedereen.
Waterschappen hebben een belangrijke taak t.b.v. ecologisch inrichten van het landschap en het beheer. Bij het maaien moet het maaisel afgevoerd worden om de slootkanten te “verschralen”. Dit komt de soortenrijkdom ten goede. Sloten aan één kant beplanten met bomen en/of struiken is belangrijk voor ecologische kwaliteit, maar het zorgt ook voor een veel mooier landschap. Er moeten ook meer gebieden ingericht worden als waterberging, dat is nuttig voor het klimaatbestendig maken, maar ook van belang voor de natuur(beleving).
Het overleg met LTO is van belang voor het realiseren van allerlei plannen en voor afspraken over de compensatie van gederfde inkomsten. Stimuleren van agrarische bedrijven met een “gesloten kringloop” (akkerbouw en veeteelt, zonder input van voer, mest of chemie) dat zorgt voor een gevarieerd, soortenrijk landschap.
Het bedrijfsleven is van belang voor het natuurvriendelijk inrichten van de grote open plekken en de stroken tussen de grote bedrijfspanden, zodat ook daar planten en dieren kunnen leven die van belang zijn voor de biodiversiteit. Daar zijn veel vierkante meters winst te behalen.
Welke taak heeft de gemeente Aalten m.b.t. basiskwaliteit?
Per landschapstype moet er beoordeeld worden of het gebied voldoet aan de basiskwaliteit. Aalten heeft voor een pilot basiskwaliteit dit jaar al geld gereserveerd. Daarna kan er per gebied(je) een plan uitgewerkt worden, samen met de partners in dat gebied. De gemeente kan/moet daar een voortrekkersrol in vervullen, samen met initiatieven van betrokken inwoners.