28 oktober – Het bestuur van de LTO (georganiseerde landbouw) trekt langs alle politieke partijen. Wij hadden hen ook al eens gevraagd gesprekken te voeren. Daarom was de Progressieve Partij donderdag als eerste aan de beurt. Men heeft een soort wensenlijstje opgesteld. We hebben uitleg gegeven hoe wij de werking zien van het bestemingsplan en de Raad van State. Wij hebben aangegeven de gezinsbedrijven bijzonder belangrijk te vinden voor de voedselproductie, de energieopwekking en de aanleg en het onderhoud van natuur en landschap. Onze vraag was dan ook: Hoe wil de LTO dat de lokale politiek helpt bij de verduurzaming van de landbouwsector. Wij zullen een ideeën- en vragenljstjes uitwisselen, we gaan op bezoek bij enkele bedrijven en wij vragen LTO eens eerlijk te kijken naar de in de raad ingenomen standpunten en stemmingen. Dan zal blijken dat de Progressieve Partij misschien wel meer dan anderen heeft ingezet op een gezonde landbouwsector. Dat betekent niet groot, groter, grootst. Maar grenzen aan de groei. Wij snappen ook dat de landbouwsector (die natuurljk onnoemelijk breed is) soms de (landelijke) overheid als niet erg betrouwbaar ziet. Ook de landbouwsector houdt zich vaak niet aan afspraken. Van die tegenstelling moeten we weg. Ook moeten we weg van het elkaar voor de rechtbank bestrijden. In plaats daarvan moeten we richting natuurinclusieve landbouw. Innovatie (bijv. in mestverwerking) kan daarbij helpen.