25 september – “Ik voorspel een uitslag van 21-0”, zo verwoordde fractievoorzitter Joop Wikkerink het unanieme enthousiasme in de raad voor de plannen voor Sportpark Zuid,. Alle fracties probeerden – de een nog fraaier verwoord dan de ander- aan te geven dat de samenwerking tussen de sportverenigingen op deze plek een prima zaak is. En dat het goed is dat de gemeente dit in een ingewikkeld spel van regeltjes rond privatisering ondersteunt. Door die regels van privatisering is het zo dat de gemeentelijke bemoeienis bestaat uit een eenmalige investeringssubsidie en dat “de gemeente er dan ook vanaf is”, dan wel “de verenigingen op eigen benen moeten staan”. Gesterkt door berekeningen en vragen van onze eigen afdeling Financiën twijfelden wij hardop of dat onder de condities die het college heeft opgelegd in de toekomst wel kan. Zo is er behoorlijk beknibbeld op de investeringen (vooral op die van duurzaamheid) en is de exploitatiebegroting krap. Dat betekent dat bij sommige verenigingen de contributie op termijn toch fors zal moeten stijgen. Wij deden dan ook een drietal voor de sportclubs positieve voorstellen om dat gevaar nu al te keren. (zie de advertentie in Aalten Vooruit/De Band van a.s. dinsdag). De wethouder zag weinig problemen, want de verenigingen zelf hadden deze begrotingen opgesteld en geloofden erin. Ook de coalitiepartijen hadden vooral het korte-termijn effect (de voorziening) op het oog en maakten zich niet zo druk over wat er over 8, 10, of 25 jaar zou kunnen gebeuren. Dat is jammer. Je moet je ogen niet sluiten voor eventuele risico’s, die het gevolg zijn van gemeentelijk handelen. Benoem ze, doe er wat aan of aanvaard ze, maar ontken ze niet. Positief is dat veel fracties ons model, idee, metafoor van Sportpark Zuid als “buurthuis zonder dak” wel ondersteunden als mogelijke weg naar partnerschap in de WMO. Het succes heeft vele vaderen. En nu maar oppassen dat de ene fractie niet denkt dat ze meer eer mag hebben van dit besluit dan de andere fracties.