29 oktober – In de Achterhoek hebben we te maken met bevolkingskrimp. Dat betekent dat er minder kinderen geboren worden en hier blijven om het bevolkingaantal op peil te houden. Je hoort drie reacties op die ontwikkeling. De eerste is ontkenning. “Krimp vindt overal in de Achterhoek plaats, maar niet in Aalten: we hebben hier nog huizen nodig voor de “gezinsverdunning”. De tweede is het vooruitgangsgeloof: je moet bouwen en zorgen dat hier werk voor hoopgopgeleiden komt, dan komen de (jonge) mensen vanzelf. Economische ontwikkeling laat zich beperkt door de overheid sturen. Cijfers spreken het tegendeel. De derde opvatting probeert de toekomstige vraag en aanbod met elkaar in evenwicht te brengen.
Kort en goed: er is teveel plancapaciteit voor woningbouw, vooral ook te veel capaciteit voor verkeerde typen woningen op verkeerde plekken. Het is in het belang van de waarde van het huidige onroerend goed dat er niet teveel leegstand komt (streven is max 2%). Het aantal nieuw te bouwen woningen moet fors omlaag. Van 800 naar 330.
Het College heeft een “stoplichtmodel”ontwikkeld. Plannen in recente bestemmingsplannen kunnen doorgaan: ze staan op groen. Plannen die al een hele tijd mogelijk zijn, maar waar nooit wat gebeurd is (soms nog vanuit de 90-er jaren) komen op rood. Dat betekent: je krijgt een 1,5 jaar tijd om de omgevingsvergunning in te dienen, anders wordt de woningbouwmogelijkheid geschrapt. Een derde categorie is oranje: deze krijgen iets langer de tijd, er vindt overleg plaats.
Hoe reageer je daar nu op? Niet met oogkleppen op en populistisch geschreeuw als “onbetrouwbare overheid pakt woningen af.” Niet met “matswerk”: als mijn plan maar doorgaat. Wel met verstand en vanuit duurzaamheid. Misschien mogen plannen doorgaan als ze super-duurzaam zijn. Misschien als het goedkope sociale woningbouw betreft. Misschien als het kwaliteit toevoegt. Die kant denkt de Progressieve Partij op: vanuit kwaliteit en duurzaamheid.