De commissie Sociaal Domein
Uit de raad is een commissie sociaal domein gevormd. Die commissie verdiept zich in allerlei vraagstukken in dat sociaal domein en is dus alzo een soort “deskundigen-pool” voor de diverse gemeenteraadsfracties. De commissie kwam deze maandag bij elkaar. En wij als wethouders kregen de kans om wat dieper in te gaan op een paar actuele onderwerpen. Zo heeft collega-wethouder Hans te Lindert wat verteld over de aanpak rond jongeren en (nieuwe) drugs. Daar heeft iedereen wel een mening over. Dus de commissie ook. De politie meldde dat ze donderdagavond in het kader van een jaarlijkse “wintercontrole” ook hier lik op stuk hebben geleverd. Ik heb iets verteld over de ontwikkelingen in de regio Achterhoek als het gaat om de inkoop van diensten op het gebied van jeugdhulp en begeleiding WMO. Dat is allemaal best technisch en ingewikkeld. Maar ik hoop, ook door deze blog, dat het steeds duidelijker wordt wat er allemaal vast zit aan onze hulp en ondersteuning voor mensen in kwetsbare posities.
Waar willen we naar toe?
Natuurlijk willen we het beste voor onze inwoners. Eigenlijk willen we dat hun “dagelijkse” problemen en uitdagingen gewoon in de samenleving, in de buurt, in de familie, in de kenniskring worden aangepakt en opgelost. En zoals de Belgische psychiater Dirk de Wachter altijd zo mooi zegt: “ Het leven is niet altijd gemakkelijk, daar hoort stress, teleurstelling, tegenslag en verdriet bij. Maar dat is het leven en we moeten in opvoeding, scholing, begeleiding en samenlevingsopbouw mensen leren dat sommige ellende bij het leven hoort. En dat we niet voor elke vraag een professional, een coach, een therapeut of een medicus in moeten roepen die de plooien glad strijkt. Plooien horen bij het leven.” Dit proces noemen we “normaliseren”. En soms “de-medicaliseren”. Om de beweging naar “het voorveld” goed te kunnen maken moeten we investeren in de samenleving, in burgerinitiatieven en in organisaties die mensen ondersteunen. Maar ook –en juist- in verenigingen, sportclubs, ouderenbonden enz. Dus vrijwilligersinzet. Zo bouwen we een samenleving op die nog meer naar elkaar gaat omzien.
Ten tweede willen we graag dat hulp en ondersteuning zo “licht” mogelijk is. Dat wat mensen zelf willen en kunnen moet ontwikkeld en gestimuleerd worden. Fijn voor mensen zelf en fijn voor de gemeenschap. Dat moeten we niet doordrijven. Sommige mensen hebben geen eigen kracht, geen eigen mogelijkheden, zijn niet zelfredzaam. Voor die inwoners van de gemeente zijn er gespecialiseerde voorzieningen. Mensen die dat nodig hebben moet daar gebruik van kunnen maken. Wel via een zorgvuldige “diagnose”, eigen inbreng en zelfbeschikkingsrecht, met cliëntondersteuning en ook een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. En dat veld van gespecialiseerde jeugd- en volwassenehulp moet wel overzichtelijk georganiseerd zijn.
Waar gaat het om?
In het hele veld van hulp en ondersteuning zijn erg veel organisaties actief als aanbieders. In de regio Achterhoek hebben we 304 aanbieders gecontracteerd. Zij mogen mensen begeleiden en daar ook een rekening voor versturen. Die begeleiding is onderverdeeld in “producten”. In de Achterhoek gaat het om 90 “producten” die kunnen worden ingezet bij mensen met een hulp- en ondersteuningsvraag. Dat gaat van ambulante begeleiding van enkele uren per week tot huishoudelijk hulp van ook enkele uren per week. Maar ook van 8 dagdelen dagopvang tot 4 dagdelen individuele begeleiding door een zorgboerderij. Heel divers dus.
Naast de “producten” hebben we ook nog “cliënten”. In de Achterhoek gaat het om 13.000 cliënten, zo’ n beetje gelijkelijk verdeeld over volwassenen en jeugdigen. Let wel dit gaat dus niet om mensen die intern wonen en werken zoals bijv. bij Estinea of de Lichtenvoorde. Mensen die 24 uur aangewezen zijn op hulp, ondersteuning en verzorging vallen onder de WLZ.(Wet langdurige zorg)
Vervolgens hebben we nog het geld. Gemeenten moeten die aanbieders van al die hulpvormen betalen op basis van facturen die ze sturen. In de Jeugdhulp is het jaarlijkse factuurbedrag plm. 68 miljoen, in de WMO-begeleiding (voor volwassenen) 27 miljoen, in beschermd Wonen 27.8 miljoen. En dan nog de huishoudelijke hulp met zijn 26 aanbieders en 8300 cliënten kost 23,4 miljoen. Het gaat allemaal niet om klein bier. Dus er moet goed gekeken worden wat nu werkelijk nodig is.
Stip op de horizon.
De wethouders van het sociaal domein in de Achterhoek willen grip krijgen op dit hele gebeuren.
Daarom is de stip op de horizon als volgt geformuleerd:
•Kantelen naar preventie, voorkomen is beter dan genezen, normaliseren en de-medicaliseren
•Het resultaat van de zorginzet moet voorop staan. Welke van de 90 “producten” worden ingezet laten we aan de professionals over. Gemeenten gaan over het wat, de uitvoerders over het hoe.
•Gemeenten willen ook graag af van het aanbestedingscircus in de zorg. Minder aanbieders, langdurigere (vaste) contracten en meer financiering gericht op resultaat (en niet bijv. op “verrichting”). Hier hoort bij een zakelijk partnerschap en een prestatiedenken van de aanbieders in termen van resultaat, maatschappelijk effect.
Nieuwe inzichten nodig
Om die kanteling van het sociaal domein vorm te geven en succesvol te laten zijn moet de uitvoering steeds weer getoetst worden aan nieuwe inzichten en werkwijzen. Deze week kwamen daar een aantal voorbeelden van langs. Allereerst was er woensdag de lancering van “Atlas voor gemeenten” waarin de relatie tussen sport en sociaal domein werd onderzocht. Hoewel de digitale live-conferentie mislukte (dat kan ook nog steeds) was zonneklaar dat sport als middel voor een gezond leven erg de nadruk moet krijgen in de komende tijd. Dat gaat dus verder dan het financieel ondersteunen van sportclubs, mogelijk maken van sportaccommodaties.
Een tweede voorbeeld is de “studiebijeenkomst: van vrijdag 27 november die ik samen met een klein groepje betrokken ambtenaren in de regio heb georganiseerd. Daar was een voorbereidingsbijeenkomst over belegd. Het gaat in de samenwerking van gemeenten onderling en met aanbieders van zorg erg om vertrouwen. Vertrouwen is gemakkelijk als je het over abstracte uitgangspunten hebt, maar wordt moeilijker als je het over invloed, loslaten en financiering hebt. Jan van Baardewijk (bekend van het boek “Verdraaide organisaties”) zal die middag leiden en we zullen inspirerende voorbeelden langs zien komen uit Utrecht en Venlo. Beide steden zijn in staat geweest de trend van stijgende hulpverlening in de jeugdhulp te doorbreken. Ook de voorzitter van Jeugdzorg Nederland (een koepel van grote aanbieders) Hans Spigt zal aanwezig zijn en een pleidooi houden voor werkelijke regionale samenwerking.
Tenslotte is een wenkend voorbeeld het zgn. Kavelmodel. Ook daarover afgelopen een aftrap-bijeenkomst. Als we namelijk niks veranderen in de wijze van de financiering van de zorg dan loopt het systeem vast. Het is gek dat nu verrichtingen, behandelingen en bestrijden van reeds opgetreden ziektes de norm zijn voor financiering. Natuurlijk moeten mensen die ziek zijn geholpen worden, dat staat buiten kijf. Maar eigenlijk zouden gezondheid, gezonde leefstijl (als oorzaak voor minder zorgbehoefte) ook beloond moeten worden. De preventie-activiteiten zoals sport, welzijn, publieke gezondheidszorg worden bekostigd door de gemeenten; gezondheidswinst, minder beroep op zorg en besparing van kosten komt in de portemonnee van de zorgverzekeraars. Dat is raar en kan in een zgn. kavelmodel omdraaien. Daar gaan we vast meer van horen, al is het al in dit weblog.
Corona en postcorona
De maatregelen rond corona houden ons –soms in een soort verlammende- greep. De uitdaging is nu hoe spreken we veerkracht in de samenleving aan, ook straks en op langere termijn. Je ziet nu dat die veerkracht er zeker wel is, maar ook sleetse plekken begint te vertonen. Stonden in het begin van de crisis de entrees van de verzorgingshuizen vol met bloemen, kadoos, lekkernijen en kaarten; en de tuinen vol met koren, muziekgroepen en ander vermaak; die aandacht is grotendeels weggeëbd. Natuurlijk zal die weer opleven met kerst. Maar toch merk je dat we het zwaar hebben in onze sociale contacten (of het ontbreken daarvan). Dus met een aantal bestuurders van instellingen in Aalten gaan we op 1 december nadenken over de vraag hoe we de veerkracht in de lokale samenleving kunnen behouden, versterken en hoe kunnen sociale allianties en buurtinitiatieven blijven ondersteunen. Nu maar ook in de maanden en jaren die komen. Hans Boutelier, een wetenschapper van de VU helpt ons hierbij.
Ook zelf ben ik op zoek naar nieuwe vormen van contact met inwoners en mensen die interessante bijdragen hebben aan onze maatschappij. Natuurlijk zijn er ook van derden interessante initiatieven zoals bijv. de meet-ups in de Koppelkerk Bredevoort, waar ondanks corona doorgedacht wordt over maatschappelijke uitdagingen. Natuurlijk communiceren wij als gemeente via sociale media en de wekelijkse advertentie. Maar dat haalt het niet bij een bezoekje, een ontmoeting en zaaldiscussie. Dus ik ben voor mezelf ook aan het nadenken over nieuwe en onverwachte vormen van communicatie. Verdergaand dat wat foto’s op sociale media. En dan niet alleen maar voorlichting en informatie, maar werkelijke uitwisseling van gedachten en meningen. Wie ideeën heeft melde zich.
Vooruitblik
Op zondagavond 22 november 2020 om 19.30 uur presenteert Gelders Genootschap, leadpartner van het project ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ via een live-stream het boek ‘Noo kriege wi-j ’t baeter’. Persoonlijke verhalen over de wederopbouwtijd, opgetekend door ‘verhalenvangers’, vormen de inspiratie voor het boek. Het boek is geschreven door bestseller-auteur Annegreet van Bergen. Een boek over de tijd van mijn jeugd en iets daarvoor. De tijd van de wederopbouw van Nederland, van niet lullen maar poetsen en van behoorlijke schaarste, zuinigheid, en sociale verbondenheid en ook controle. Ik ga een toespraakje houden over het belang van verhalen vertellen (story-telling in goed Nederlands). Steeds meer wordt erkend dat doorleefde verhalen een beeld geven van geschiedenis en denken van mensen; meer dat heldendaden uit geschiedenisboekjes dat doen.
Daarbij zal ik de link leggen met de indrukwekkende meet up van afgelopen vrijdagavond met als titel “Diversiteit is niet zwart-wit”. Georganiseerd door die dezelfde Koppelkerk in Bredevoort. De gevraagde gasten, gewone Nederlanders met een bi-culturele achtergrond vertelden wat het dagelijkse racisme voor hen betekende en wat we er aan kunnen doen om meer inclusiever en niet vanuit “framing” te denken. Kathleen Ferrier, dochter van de eerste president van Suriname, voormalig CDA-kamerlid en op 4-jarige leeftijd naar Nederland gekomen trof mij:
“Het gesprek aangaan is een eerste belangrijke stap. Belangrijk is de mens te zien, in zijn geheel, meer dan het eendimensionale beeld, wat je in eerste instantie ziet. Alleen, de behoefte om in gesprek te gaan lijkt afgenomen te zijn.”
Ferrier hield in 2019 de Anton de Kom-lezing en bundelde haar gedachten in een boekje “Hoe we hier samen kwamen” Goede verhalen vertellen, het levensverhaal aanhalen, dat ons verbindt. De woorden, die we kiezen, moeten ons helpen (weer) connectie te maken, vooral met de mensen, die vanavond niet aan zijn gaan sluiten.
“We oordelen, zonder ons te verdiepen in die basisvraag: wat is de achtergrond, wie is de ander, wie is jouw vader en wie is jouw moeder, wat is jouw verhaal? Wat mezelf betreft: ik ben niet alleen een zwarte vrouw en feminist, ik ben ook moeder van twee zoons en liefhebber van yoga. Ik hou van Paramaribo, ik hou van Hongkong, ik hou van São Paulo en ik hou van Leusden. Ik heb meerdere identiteiten en loyaliteiten.”What do you want to do ?
New mail
What do you want to do ?