De gemeenteraadsverkiezingen zijn in maart 2018. Nu gaan mensen nadenken of ze misschien kandidaat willen zijn. Hierna een hele lap tekst van een raadslid uit Nijmegen. Met veel tips en trics. : Met enorm veel plezier ben ik raadslid in Nijmegen. Maar voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 stel ik mezelf niet opnieuw verkiesbaar; het raadswerk is moeilijk te combineren met mijn baan in Amsterdam. Toch wil ik enkele inzichten uit mijn raadsperiode delen in de hoop dat jonge politici in spe hun weg naar de politiek vinden. En het allerliefst zou ik zien dat vooral jonge vrouwen zich kandideren, want aan de man-vrouwverdeling in de lokale politiek valt nog een hoop te verbeteren (slechts 28 procent van de gemeenteraadsleden is vrouw).
Het raadswerk bestaat voor mij uit een cyclus van vier fases. In dit artikel wil ik ingaan op deze vier fases en belicht ik hulpmiddelen die je kunnen helpen per fase. Er zijn absoluut onderdelen die onderbelicht blijven of niet aan bod komen, een blog dwingt nou eenmaal tot het maken van keuzes. Mijn belangrijkste boodschap: zo moeilijk is het niet. Raadswerk is vooral heel erg dankbaar en leuk.
Fase 1: probleemsignalering
Het begint allemaal met een probleem, met iets dat niet goed gaat in de stad en dat beter kan. Wat zeg ik? Beter moet. Om te zorgen dat je snel in aanraking komt met problemen uit de stad, adviseer ik het volgende:
1. Breng in kaart welke maatschappelijke organisaties en mensen uit de stad binnen jouw portefeuilles actief zijn. Zorg dat je hiermee in contact komt en je een relatie opbouwt zodat ze jou weten te vinden als er iets mis is.
2. Lees de lokale krant in de ochtend, focus hierbij vooral op artikelen die relevant zijn voor jouw portefeuille.
3. Stel Google Alerts in en zoek regelmatig op Blendle naar wat er op jouw portefeuilles gaande is in andere steden.
4. Lees het tijdschrift van Binnenlands Bestuur. Een beetje saai is het blad wel, maar als je je beperkt tot jouw portefeuilles is het behapbaar.
Zodra je een probleem hebt gesignaleerd op jouw portefeuille, bedenk dan wel hoe relevant dit probleem is om op te pakken en of het past binnen de speerpunten van jouw politieke kleur. Als raadslid namens de Partij van de Arbeid zou ik niet zo heel erg snel prioriteit leggen bij het verhogen van snelheden op lokale wegen, bijvoorbeeld.
Fase 2: beleid en context
Als je een probleem hebt gesignaleerd en het past binnen de scope van jouw politieke partij, dan is het belangrijk om te bedenken waar dit probleem op gemeentelijk beleidsniveau zit. Het is aan te raden om de geschiedenis te achterhalen op dit thema, en om ambtenaren te betrekken.
Mijn ervaring is dat ambtenaren erg welwillend zijn als het gaat om het helpen van raadsleden. Zeker als het gaat om het verbeteren van het beleid voor stadsgenoten. En hoewel de ambtenaren van Wonen in Nijmegen mij vast af en toe kunnen schieten, waren zij een onmisbare partner in deze cyclus. Ook belangrijk: het probleem dat je hebt gesignaleerd moet niet alleen op te lossen zijn binnen lokaal beleid, maar het moet ook uitvoerbaar en betaalbaar zijn. Anders ben je slechts symbolisch bezig.
Fase 3: politiek middel
Zodra het probleem binnen het gemeentelijk beleid opgelost blijkt te kunnen worden, deels of geheel, dan is het belangrijk het juiste politieke middel te vinden. Dit hangt af van (1) de urgentie, (2) het draagvlak bij andere partijen en (3) hoeveel tijd je hebt.
De meest gebruikte middelen zijn grofweg: moties, amendementen, initiatiefvoorstellen, schriftelijke vragen of actuele vragen. Het verschil tussen deze opties is al te vinden op Google, dus ga ik hier op dit moment niet verder op in. Als je specifiek wil weten waarom en wanneer ik bepaalde middelen heb ingezet, drink ik graag een keer koffie met je.
Fase 4: communiceer
Ik zou geen BKB’er zijn als ik deze fase niet erg leuk vind: je hebt het probleem bij de horens gevat, de oplossing gespot op gemeentelijk niveau en je hebt er een geschikt politiek middel voor gekozen. Dan begint het communicatiewerk.
Naast de inkoppertjes van actief zijn op social media moet je zorgen dat het past binnen het geijkte verhaal van jouw partij. Zorg ook dat het past bij jou als raadslid en dat het een logische match is als jij dit oppakt.
Zorg ook voor herhaling. Bij het eenmalig stellen van schriftelijke vragen heb je het probleem nog niet opgelost. Zorg dat je dit thema bij iedere gelegenheid weer aanhaalt en zorg voor een goede ‘slogan’, die je bij ieder debat kunt herhalen.
Tot slot, bedenk hoe je de maatschappelijke organisaties uit fase 1 hierbij kunt betrekken. Als je zorgt voor steun vanuit maatschappelijke organisaties versterkt dat je positie, boodschap en bereik.
Nog enkele tips:
– Zorg voor een goede verstandhouding met raadsleden van andere partijen. Dit is makkelijker als je ze als collega ziet in plaats van als de vijand. Er zullen mensen tussen zitten met dezelfde interesse en dezelfde doelen. Ik heb er erg goede vrienden aan overgehouden (zelfs van het CDA).
– Zet in je digitale agenda automatische herinneringen van bepaalde thema’s die je hebt aangekaart, zodat je kunt nagaan wat ermee is gedaan en of er daadwerkelijk is opgevolgd.
– Zorg bij nieuwe initiatieven altijd voor financiële dekking. Niets zo irritant als een raadslid met een mooi plan, maar zonder een voorstel over waar het geld vandaan moet komen.
Tot zover my two cents. Een praktische handleiding voor iedereen die ervoor gaat. Ambitieuze mensen hebben vaak de neiging om meteen in het groot te denken. Maar na bijna vier jaar raadslid geweest te zijn, kan ik je verzekeren dat er ook op lokaal niveau grootse dingen te doen zijn. Met het gevaar om af te sluiten met een cliché: een betere wereld begint in jouw stad. Stel je kandidaat en blaas ons politieke systeem nieuw leven in