week 20 (klik hier)

Kunnen we iets leren van PorteAllegro (Brazilië)
 
Op donderdag 19 mei werd in de Koppelkerk in Bredevoort (vrijplaats voor kunst en cultuur) een meet up gehouden.  Meet ups sluiten aan bij het programma “Tegenlicht” van de VPRO.  Dit keer over het programma waarin de voormalige minister Varoufakis een lans breekt voor een nieuwe democratische beweging in Europa. Titel: “Volk, macht en Varoufakis”. Ik was gevraagd om een paar dingen vanuit lokaal perspectief te vertellen. O.a. over de stelling:  “De gemeentepolitiek heeft zijn langste tijd gehad.”. Hieronder een  iets uitgebreidere vorm van mijn statement.
 
U herinnert zich nog de acties van de thuiszorg, ook in de gemeente Aalten. Een aantal  medewerksters in de thuiszorg veranderde in de afgelopen drie jaar van “werkers op de achtergrond” tot zelfbewuste, mondige, vasthoudende actievoerders tegen het onrecht dat hen en hun clienten in hun ogen werd aangedaan door ongrijpbare grote instellingen, anonieme overheden en wettelijke regeltjes.  In de raad van Aalten dienden wij twee keer moties in, hielden een interpellatiedebat om hun situatie te verbeteren en  goede zorg voor een eerlijk loon te bereiken. Die moties werden door de meerderheid van de raad verworpen.  Met als hoofdargument:  wij gaan als raad niet over de arbeidsvoorwaarden en –contracten. De dames voelden echter haarfijn aan dat de meerderheid niet bedoelde: we kùnnen niks doen, maar we wìllen niks doen. Daarop werden raadsleden van o.a. CDA, VVD, GB en HMV fel aangesproken  na afloop. De emoties liepen op. Raadsleden van  HMV en VVD-huize zeiden later dat ze dit onaangenaam vonden en verweten mij samen met CDA min of meer dat onze partij de moties (“voor de bühne” zei het CDA; ook de burgmeester maakte ons een verwijt in die richting) had ingediend en de kwestie op de agenda gezet. Toen wist ik: het gezapige leventje van een raadslid in Aalten is voorgoed voorbij. Ook hier wordt de politiek door boze burgers belaagd en bevraagd. En de huidige vorm van de gemeenteraad verdeeld naar  partijen die allemaal onwrikbare standpunten lijken te hebben met ijzeren fractiediscipline past daar niet meer bij.
 
In Nederland zijn 300.000 mensen lid van een partij. Daaruit worden raadsleden,  statenleden, tweede kamerleden en burgemeesters en wethouders gerecruteerd. Een vereniging als Vereniging Natuurmonumenten heeft 700.000 leden. Het is gek  wanneer een  groep mensen van 300.000 oneindig meer te zeggen heeft dan een groep van 700.000 natuurliefhebbers. 
 
Als we willen veranderen dan hebben we de wetenschap nodig. Die moet ons aangeven hoe mensen handelen, denken en waarom verandering noodzakelijk is. De socioloog Beck heeft mooie analyses gemaakt over de moderne tijd. Hij stelt dat de laatste 3-400 jaar de moderniteit  normaal was: opbouw van instituties, natiestaten, kerken, vakbonden,  “aan banden leggen”en beheersen van de natuur. Na de tweede wereldoorlog kregen de post-modernen het voor het zeggen: de wereld is grenzeloos,  individualisme viert hoogtij en instituties als kerken, vakobonden, staat en gezag worden steeds minder van belang. Maar nu hebben we eigenlijk een ander denken nodig. Hij noemt dat “reflexieve morenisering”. Immers de natuur is niet te beheersen en “slaat soms terug”, onder invloed van grote wereld problemen lijken nationalisme en terugtrekken achter de veilige grenzen weer op te komen.  Tegelijkertijd predikt de overheid de participatiesamenleving, terwijl we in Nederland al zoveel vrijwilligerswerk doen. Dus we moeten een nieuw evenwicht vinden. Dat betekent een ander type overheid  (meer overlaten aan de burger) een ander type ambtenaar (van loket naar locatie)
We hebben ook historici nodig. Thomas van der Dunk verwondert zich in de Volkskrant van enkele weken geleden waarom het neo-liberalisme nog niet is ingestort. Na de bankencrisis dacht iedereen: dit kan zo niet langer. En de banken gaan op dezelfde manier door. Dat veroorzaakt een onmacht en boosheid bij grote groepen burgers. Die gaan een keer in opstand komen. Dus de overheid zal moeten mee veranderen en de invloed van burgers serieuzer moeten nemen.
 
Hoe zou dat kunnen?
-Op lokaal niveau weg met het parlementje spelen in de gemeenteraad: meer discussies in open sfeer zonder standpunten in beton gegoten, meer meet-up’s, rondetafelgesprekken met de nadruk op gesprekken.
-nieuwe vormen van burgerbetrokkenheid: “participatief begroten”, de “burgerbegroting (zoals in het dorp Someren). Daarbij mogen de burgers meedenken en meebeslissen  over het gemeentelijk budget. 
-Leren van het buitenland. Beroemd voorbeeld is Porte Allegro (Brazilië), waar al 25 jaar lang de burger bevolking bij elkaar komt en de begroting van het volgende jaar vaststelt. Daar doen 15.000 mensen aan mee en er zijn maar liefst 560 bijeenkomsten in flauwverlichte zaaltjes met betrokken burgers. Datzelfde doen ze in Torres (Venezuela) waar een burgemeester die alleen maar handjeklap met de grote ondernemingen deed werd wegestuurd en waar nu een echte burgerdemocratie is. Dat doen ze in Sevilla, waar de bevolking over 2 miljoen dolar mag oordelen. En dat doen ze op 1500 andere plaatsen in de wereld. Daar kunnen we van leren. Niet natuurlijk kopiëren, maar de gedachte kan ingevoerd worden. Natuurlijk spelen over een paar jaar de eindeloze mogelijkheden van sociale media en internet dan ook een rol.
-In Nambië werd in een kelin dorp (onder invloed van een Evangelische kerk) het basisinkomen ingevoerd. De cynici dachten dat dat nooit goed ging, immers op de dag dat de eerste uitbetaling zou zijn zou de bevolking massaal naar de drankkeetjes gaan en hun geld in drank omzetten. Gezamenlijk werd toen besloten om die dag de drankkeetjes te sluiten. Burgerkracht!
-In de gemeente Peel en Maas begint men met de zelfindicatie van de huishoudelijke hulp. “We hebben deze pot met geld, het gemiddelde is drie uur per week; dat kunnen we er van betalen”. Hoeveel denkt u zelf dat nodig is. Dat is pas loslaten en vertrouwen in de burger.
Het wordt hoog tijd dat we nieuwe vormen van betrokkenheid, en beslissingsbevoegdheid gaan overdenken, ermee experimenteren en gaandeweg invoeren. Zeker op basaal niveau. Dat kan prima lokaal, zo dicht mogelijk bij de burger. De wat grotere zaken waarvoor samenwerking nodig is kunnen besproken worden in een wat groter parlement: de gemeente Achterhoek.

Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *