Meerderheid van de raad wil de onderste steen niet naar boven.
Dinsdag stond weer de kwestie rond het Werklandschap aan de Sondernweg/Zomerweg centraal. Als eerste agendapunt van de raadsvergadering. Op 18 februari was de discussie rond het rapport van Rekenkamer gestopt. Die organisatie had een onderzoek gedaan naar het sneuvelen bij de Raad van State van het bestemmingsplan voor dat industrieterrein. Er was door het college in 2009 al wel grond aangekocht voor dat plan. Voor een behoorlijk bedrag met in het achterhoofd dat dit dus industrieterrein zou worden. Maar nu is de bestemming nog steeds landbouwgrond, en heeft de gemeente dure grond waar geen bedrijfsgebouwen op gebouwd zullen worden. De hele gang van zaken rond dat bestemmingsplan kon m.n. de VVD-fractie niet bekoren. Men was het niet eens met de conclusies van het Rekenkameronderzoek. Ook onze fractie onderschreef de conclusies niet.
Grondaankopen volgens provincie geen probleem.
Naast het bestemmingsplan deed de Rekenkamer ook nog onderzoek naar de gang van zaken rond de grondaankopen voor dat plan. Dat ging niet soepel. Volgens het onderzoek wilde het college “vanuit een tunnelvisie” krampachtig vasthouden aan dezelfde m2-prijzen, terwijl de stukken grond en de bedrijven waarvan aangekocht moest worden, geheel verschillend zijn. Bijzondere aandacht trok de aankoop van voormalig raadslid en nu wethouder Luiten in december 2009. Op 18 februari stokte de discussie daarover omdat m.n. de VVD-fractie eerst wilde weten of de verkoop van een stuk grond door een raadslid èn het in bruikleen krijgen van een stuk grond door een raadslid wel past binnen artikel 15 van de gemeentewet. In dat artikel staan de verboden handelingen voor een raadslid èn de situaties en handelingen waarin het college van GS van de Provincie toestemming moet geven. De Provincie kwam tot de conclusie dat beiden niet aan de orde waren.
Dat is natuurlijk erg gek. Het onderhands huren of pachten van de gemeente door raadsleden behoeft goedkeuring door de provincie, het voor niks in gebruik geven niet. Maar ja, zoals een voormalig minister zei ”Regels zijn regels”. En wat te denken van het feit dat iemand grond in bruikleen krijgt als compensatie voor schade die hij niet lijdt!
Nu artikel 15 niet aan de orde is, wilden de coalitiepartijen het boek snel sluiten en wilden dan ook niet meegaan (ook HMV-Meerdink trouwens niet) in het idee van een raadsenquête. Wij, de Progressieve Partij, wilden dat wel, omdat vele vragen boven de markt bleven zweven. Zo spreken de verklaringen van de ex-wethouder en de gemeenteambtenaren elkaar tegen over wanneer en hoe ze betrokken zijn. Volgens wethouder Kok had dat iets anders geformuleerd moeten worden, maar was en is er volledig vertrouwen over en weer tussen college en ambtenaren. Twee andere punten die ik aangevoerd heb is dat er geen drie taxatierapporten terug te vinden zijn, terwijl voormalig wethouder Teeuwsen gezegd heeft dat die er wel zijn. Die jokte dus of is niet goed geïnformeerd. En bovendien staat in geen bij de raad bekende besluitenlijst van B en W de aankoop van Luiten als besluit vermeld. Ook dat is ernstig. De raad is indertijd dus niet op de hoogte gebracht van de aankoop. De coalitiepartijen wachtten op het antwoord van hun wethouders en gingen daarmee akkoord.
Ik heb toen namens de Progressieve Partij de motie waarin om een enquête gevraagd werd ingetrokken, omdat geen der fracties in de raad verder onderzoek naar de openstaande vragen wilde. Ik heb mijn ernstige teluerstelling uitgesproken in de opstelling van de raad. Wat is nl. een van de hoofdtaken van de raad? Controleren van het College!. Willens en wetens laat de coalitie, gesteund door Meerdink, die taak lopen en vragen die er toe doen onbeantwoord. En dat alleen maar om een wethouder uit eigen gelederen (Luiten) te beschermen.
Let wel: onze fractie heeft nooit Luiten iets verweten “als slimme onderhandelaar”. Afspraak is afspraak, ook al heeft de gemeente (het college, zonder de raad te informeren!) een ontzettend stomme afspraak gemaakt. Luiten en zijn partij en de vorige en huidige colleges hebben zichzelf natuurlijk wel in een onmogelijke positie gebracht. Welk besluit er ook genomen wordt in dit Werklandschapverhaal: nooit zal de schijn van belangenverstrengeling vermeden kunnen worden.
Conclusies en aanbevelingen.
Natuurlijk wordt zo’n rekenkameronderzoek gehouden om te leren van de hele situatie. De conclusie was dat er sommige dingen “niet handig”uitgevoerd zijn. En er is natuurlijk ook een groot aantal aanbevelingen. Vooral hoe te handelen bij grondaankopen, bij risico-inschattingen. Die aanbevelingen werden dor de raad overgenomen en het College beloofde ze uit te gaan voeren. Het blijven ongemakkelijke beloftes als je je realiseert dat elk besluit over het Werklandschap-West invloed zal hebben op de financiële en/of vermogenspositie van één van de wethouders.
Is er opbrengend vermogen?
Nu de gemeente met dure grond zit, dat niet verkocht kan worden (althans een groot gedeelte niet, er is nog geen bestemmingsplan industrieterrein) wilde de raad zoeken naar “opbrengend vermogen”. De VVD had al eens voorgesteld om er een solarpark van te maken. Maar de opbrengsten daarvan vallen nogal tegen. Met name VVD en HMV wilden niet dat de grond weer tegen lagere waarde aan de voormalige eigenaren zou worden terugverkocht. Die mogelijkheid staat wel in het coalitieprogramma genoemd. Wethouder Kok wilde rond of na de zomer komen met een hernieuwd bestemmingsplan dan wel een nadere visie op dit gebied. De oppositie wilde zo lang niet wachten en diende een motie in voor een onafhankelijk onderzoek naar “het opbrengend vermogen” van de grond. Omdat één van de collegeleden belanghebbende is werd voorgesteld om dit een onafhankelijk onderzoek te laten zijn. Immers één van de beste mogelijkheden van “opbrengend vermogen”is dat de gemeente de gronden weer terugverkoopt aan de voormalige eigenaren tegen hetzelfde bedrag waarvoor zij het verkocht hebben, uiteraard onder vergoeding van gemaakte kosten en moeite. Maar die oplossing zal een college, met daarin één van de vormalig grondeigenaren, niet zo makkelijk kiezen. Wethouder Kok, daarin gevolgd door de coalitiepartijen CDA, GB en CU voelden daar niks voor. Ze wilden liever wachten op voorstellen vanuit het college.En zo gebeurde het. De meerderheid van de raad (coalitie) als kritiekloze volgers van hun wethouders. Ze zijn zelfs bereid hun controlerende taak op een laag pitje te zetten om hun wethouders uit de win te houden. Teleurstellend.
Reageren? joop.wikkerink@progressieve-partij.nl