week 22 maart – 29 maart

Bizar maar hoopvol.
Zo ervaar ik de huidige tijd. Bizar omdat ik al twee weken “opgehokt” zit. Verkoudheid inmiddels helemaal over, maar ik neem de “social distance”erg serieus.  Kijk maar naar de filmpjes, infographics en grafiekjes. Bizar omdat er elke dag weer dingen anders, vaak erger zijn dan gisteren. Bizar omdat we de grote en kleine economie in elkaar zien ploffen, het hele systeem langzaam in elkaar zien zakken. Maar ook hoopvol over de golf van medeleven die door onze gemeente en Nederland spoelt. Hoopvol om de enorme toewijding die ik merk bij mensen in de publieke dienst, de gezondheidszorg, de ”vitale” beroepen. Hoopvol over de enorme creativiteit die loskomt. Bedrijven, organisaties en individuen zetten zich onbaatzuchtig in. Hoopvol omdat blijkt dat veel mensen naar elkaar omzien. Hoopvol omdat de eerste discussie over de onhoudbaarheid van het systeem dat gebaseerd is op meer, meer, meer losbarsten. Hoopvol omdat serieus nagedacht wordt over hoe we anders met elkaar, de aarde, de democratie, de verdeling tussen arm en rijk om kunnen gaan. Tot nu toe hebben we de handjes vol om de ergste gevolgen van de crisis te bestrijden, om initiatieven te stroomlijnen, om hulpprogramma’s op te zetten en uit te voeren. Dat leidt af. Dat is goed. Want wij zijn ook vaak allemaal bang voor het persoonlijk onheil, de eerste zieke, de eerste dode in onze omgeving. En dan helpt het aloude gezegde: “gedeelde smart is halve smart”. We maken er samen wat van. Solidariteit! Hieronder een paar praktische zaken van de afgelopen week.
 
Maaltijdvoorziening
In de gemeente Aalten maakten zo’n 115 mensen/echtparen gebruik van de maaltijdvoorziening van Dr. Jenny/Careaz in Dinxperlo. Deze maaltijden werden rondgebracht door vrijwilligers. Careaz durfde gezien de leeftijd van deze vrijwilligers en de kwetsbare doelgroep van de gebruikers deze service niet meer aan. Daarom werd vrijdag voor het weekend bij de gebruikers aangekondigd dat deze maaltijdvoorziening zou stoppen, werd er een lijst met alternatieve leveranciers gegeven en een telefoonnummer waarop men het hele weekend kon bellen. De maaltijdvoorziening heeft een geschiedenis in Dinxperlo, maar is geen kerntaak van een verzorgingshuis. Ook de gemeente staat hier –anders dan mensen soms denken- buiten: de gemeente subsidieert niet, indiceert niet; de maaltijdvoorziening valt ook niet binnen de WMO. Maar dan blijkt opeens de veerkracht in de samenleving. Veel bellen, mailen en contacten tussen gemeente en Figulus, spontane aanbieders, bedrijven, restaurants; en binnen mum van tijd kunnen de meeste “klanten” gewoon weer via het reguliere aanbod hun maaltijd verorberen. Hier en daar kwam de vraag om (geldelijke) ondersteuning, maar daar hebben we met een verwijzing naar de onderlinge samenwerking, solidariteit en vele alternatieven nee op gezegd.
 
Houd moed
Of zoals Daniel Lohues in zijn theatershow al eens parafraseerde: “Hout moet”: dat is de centrale boodschap die ook vanuit het gemeentebestuur klinkt richting samenleving. Daarvan getuigde de tekst in Aalten Actueel richting cliënten en medewerkers in de zorginstellingen. Ik heb ook nog een stapeltje solidariteitsbetuigingen, zo zie ik het, bezorgd bij de diverse instellingen. De laatste alinea in onze B. en W. boodschap is ook erg relevant. Dat is een boodschap aan de: ”gezonde” mensen: houd je aan de voorschriften en regels. In de loop van de week kwamen er zelfs noodverordeningen om dit af te dwingen. Maar toch zie je dat sommige mensen de instructies niet zo nauw nemen. Dat kan niet. Blijf op 1,5 meter afstand van elkaar, verklein je “social distance”. 
 
Intussen gaat natuurlijk het beeldbellen steeds beter. Ook nu zien we dat samenwerking niet altijd leidt tot standaardisering. Ik gebruik op dit moment wel 5 systemen: Teams, Zoom, Whereby, Skype, Facetime en gelukkig ook nog gewoon de mail en de telefoon. Inmiddels hebben we al heel wat interieurs van medewerkers en collega’s gezien. En dan nog de stoere werkers van de buitendienst. Die gaan waar mogelijk door met het onderhoud van plantsoenen en wegen. Wel ook met 1,5 m afstand van elkaar. Chapeau
 
Dinsdag: gekke raad
Het lijkt zo van ondergeschikt belang: moet je nou allerlei capriolen uithalen om maar raadsvergaderingen te kunnen houden. Als je de wetten erop naslaat (ik praat maar na) dan zie je dat er toch wel heel strikte regels zijn voor het nemen van rechtsgeldige besluiten. En dat laatste is natuurlijk in een democratie van belang. Besluiten moeten ordentelijk genomen worden en rechtsgeldig zijn. Vandaar dat onze burgemeester en griffier samen met de fractievoorzitters een werkelijk uniek systeem hadden bedacht voor de raadsvergadering van dinsdag. Daar zaten ze: 11 raadsleden, 1,5 meter van elkaar, microfoon in de aanslag, op ernstige toon stemverklaringen voor te lezen. En wij meekijken via de live-stream. Het was bijzonder, maar ook waardig en zo’n opzet geeft vertrouwen in de democratie. Die kan tegen een stootje.  En dan de inhoud. Je zag sommige fracties moeite hebben (en dat soms ook uitspreken) met het feit dat er een raad bij elkaar moest komen om te spreken over de bestrijding van de processierups op particuliere bomen. Of dat de Slingeplas nu of straks aangekocht en verpacht moest worden. Alsof er geen andere problemen zijn. Men deed op een bescheiden manier hun zegje erover en er vielen besluiten. Mooi dat dat zo kan. Donderdag kwam er een uitgebreide brief van het Ministerie van Binnenlandse zaken hoe nu de gemeentelijke besluitvorming te organiseren.
 
Figulus welzijn
Het is mooi te zien hoe onze welzijnsorganisatie Figulus probeert de activiteiten en initiatieven van mensen in onze gemeente te bundelen, faciliteren, coördineren en nog meer van die werkwoorden met “eren”op het eind. Ze doen dat goed en enthousiast, En ze houden de gemeentelijk medewerkers bijna dagelijks op de hoogte. Dat is van belang. Je moet weten wat er speelt, wat er leeft, zodat je ook goed kunt doorverwijzen.
 
Laborijn
Ik ben lid van het dagelijks bestuur van Laborijn. En ik ben beretrots op hun inzet. Een heel klein onderdeeltje van Laborijn is de uitvoering van het Bbz, Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen. Doorgaans doen zo’n 50 mensen per jaar een beroep op die regeling: als starter, als oudere zelfstandige of als zelfstandige in moeilijkheden. Die laatsten zijn er natuurlijk heel veel op dit moment. Daarom is er een extra regeling in het leven geroepen voor steun aan kleine ondernemers en zzp-ers. En wat denk je? Op vrijdag avond waren er 1274 aanvragen en in 673 gevallen is door Laborijn aan de getroffen ondernemers al vast een voorschot uitgekeerd. Ik lees dan verhalen in de krant over Amsterdam, Dordrecht of Den Haag dat ze op vrijdag overgaan tot het uitkeren van voorschotten, terwijl Laborijn dit al 1,5 week deed!!! En op een verantwoorde manier. Het team heeft ook veel informatie gedeeld met andere uitvoerders in het land.
 
Dat wil niet zeggen dat het allemaal maar hosanna verloopt met die ondernemersregelingen. Ze werden op 16 maart aangekondigd, maar op vrijdag 27 maart werden twee regelingen operationeel. De TOZO (Tijdelijke Ondersteuningsregeling Zelfstandig Ondernemers), die wordt uitgevoerd door gemeente, in ons geval dus Laborijn. Specifiek probleempje voor onze regio: hoe zit het met ondernemers/zzp-ers die in Duitsland wonen en in Nederland hun bedrijf hebben. Dat is tot nu toe nog onduidelijk. De regeling die vrijdag bekend geworden is, is helder: het moet gaan om “hier te lande” woonachtige ondernemers die een bedrijf hebben in Nederland. Via o.a. de Grenzinfopunten (o.a. Euregio) wordt nog druk uitgeoefend op “Den Haag” om hier wat aan te doen. Het is sowieso verstandig voor deze ondernemers om zich wel te melden.
 
Ook ging vrijdagavond het Noodloket van de RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) open. En ging meteen ook weer plat door de hausse aan aanvragen. Hier kunnen bedrijven die direct getroffen zijn en moeten sluiten een aanvraag doen voor een eenmalig bedrag van € 4000,– om de eerste kosten te kunnen doorbetalen. Er is een lijst van SBI-codes (Standaard bedrijven Indeling). Daar moet een bedrijf onder vallen om in aanmerking te komen. Maar ook hier de eerste signalen van “afwijkingen”. In de loop van de tijd moeten we maar inventariseren op welke manier wij de mensen die door allerlei oorzaken tussen wal en schip vallen toch kunnen ondersteunen. Het beste advies is wel om vragen en problemen te blijven melden en er niet zelf mee te blijven zitten.
Dat geldt ook voor al onze inwoners. Neem bijv. contact op met Figulus  www.figulus-welzijn.nl als je hulp denkt nodig te hebben. In Twente deden de woningcorporaties een oproep aan huurders die hun huur niet kunnen betalen vanwege het wegvallen van inkomsten, zich te melden om naar oplossingen te zoeken. Ook een goed idee voor particuliere verhuurders, lijkt mij. 
 
Wat doet de gemeente?
 
Hieronder een paar berichten die we als gemeente of als college verspreid hebben in de afgelopen dagen. Zo hebben we “hart onder de riem” berichten verstuurd naar onze scholen, verenigingen en zorginstellingen. Ook hebben we een overzichtje rondgestuurd waarin de belangrijkste steunmaatregelen opgesomd staan. Als je daar informatie over wilt of nadere ideeën hebt dan kun je altijd contact opnemen. 
 
Naar aanleiding van het PNI van vorige week, waarin ik iets schreef over de manier van inkopen in de toekomst van o.m. jeugdzorg en wmo-begeleiding kwam onderstaande ingezonden brief binnen van Jan Mudde, Dinxperlo:
 
“Dinsdag namen we een besluit om de inkoop van wmo en jeugd regionaal te gaan regelen”.
 
Uit PP Nieuws van 22.03.20.
 
 
WMO- en jeugdzorg “inkopen”. . .?
Tja, wist je dit niet? Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw onze sociale zekerheid meer en meer in handen is gekomen en wordt uitgevoerd door ondernemende zorg- en uitkeringsinstanties en sinds het eerste decennium van deze eeuw onze Haagse overheid haar sociale taken en verantwoordelijkheden over de schutting heeft gekieperd en – onder strakke randvoorwaarden, met controle achteraf (gecentraliseerde decentralisatie) – aan de gemeenten de uitvoering ervan heeft opgedragen, is dit zo. Zorg is een economischgoed geworden met onderling concurrerende semi-private instanties voor wat betreft de praktische uitvoering, die onderling moeten concurreren, met managers die er alles aan doen om tegen zo laag mogelijke kosten een product op de markt te positioneren. Met burgers gereduceerd tot consumenten, met perverse prikkels die weer controlemechanismen oproepen die we kunnen typeren als georganiseerd wantrouwen. Niet alleen in de (medische) zorg, maar ook in het onderwijs, bij de politie, het OM en de rechtelijke macht zie je dezelfde, zichzelf versterkende, mechanismen waar de mensen op de werkvloeren (de echte professionals) meer en meer horendol van worden (Denk even aan Laborijn. . .)
Al snap ik dat het, hierboven kort geschetste, de huidige politieke realiteit is, ik hoop toch dat in kringen van de P.P. hiertegen principieel verzet leeft en blijft leven.
En ik wil eindigen met de verwijzing naar een m.i. zeer fundamenteel artikel over dit thema, dat op 23 sept. in 2006 in het NRC is verschenen, geschreven door Dorien Pessers, toen hoogleraar rechtstheorie aan de VU, onder de titel: “Vertrouwen onder de burger is verkwanseld, want de vorm wordt belangrijker dan de norm”. Grondiger heb ik het niet uiteengezet zien worden.
 
Jan P. Mudde,
Dinxperlo.
 
https://www.nrc.nl/nieuws/2006/09/23/vertrouwen-van-burger-is-verkwanseld-want-de-vorm-11199063-a389949
 
 
 
Ik wil hier graag als volgt op reageren.
 
Jan,
Ik deel je analyse. Gelukkig ik niet alleen. In Achterhoeks verband zijn gemeenten bezig met een nieuwe “inkoopronde” die meer grip op de kosten moet opleveren, maar juist ook kansen moet geven aan innovatie en transformatie (verandering). Vanaf het begin van de decentralisaties (2015) kozen de meeste gemeenten voor het “open-house-systeem”.  Ook de Achterhoek. Dat betekent dat er een soort bestek met eisen werd opgesteld en dat elke zorgaanbieder die aan die eisen kon voldoen zich in kon schrijven als potentieel aanbieder.  De consulenten verwijzen door, cliënten hebben vrije keuze waardoor ook de aanbieders zelf “klanten werven”. Gevolg van dit systeem is ook dat er meer dan 300 aanbieders in die vergaarbak zitten.  
 
 
In de nieuwe “inkoop”strategie wordt getracht van deze nadelen af te stappen. Natuurlijk moeten we nog steeds “inkopen”.  Het is nu eenmaal zo geregeld in Nederland dat gemeenten bijv. verantwoordelijk zijn voor WMO-begeleiding en de Jeugdzorg. Dus als bijvoorbeeld een oudere met dementie-verschijnselen naar dagbesteding (zorgboerderij) moet, dan moeten we wel een manier hebben om dat te verrekenen. Maar de duur, de intensiteit, vooral het resultaat zou je graag willen formuleren. Hòe dat resultaat dan bereikt wordt is dan de verantwoordelijkheid van de aanbieder.  Als in de Jeugdzorg bij zeer moeilijke jongeren een gezinscoach moet opdraven, dan zou je graag in overleg de behandeling willen vormgeven en niet gestandaardiseerd: 2 jaar lang en halve dag per week. Maar ook tussentijds naar een andere behandeling willen overgaan of juist helemaal stoppen. 
Vandaar dat in het nieuwe “inkoop”model voor resultaatfinanciering, maar ook samenwerking wordt gekozen. Dus aan de professionals overlaten hoè ze de dingen doen, maar wel gezamenlijk het resultaat formuleren. Als dat resultaat al na een half jaar bereikt is, i.p.v. een jaar, dan stoppen we dus ook. Andersom natuurlijk ook.
Naast de WMO komt er ook voor de Jeugdwet een AmvB (Algemene Maatregel van Bestuur) die aanwijzingen geeft hoe de prijsopbouw van de dienstverlening eruit moet zien. Er wordt nog net niet van hogerhand een bedrag verordonneerd, maar wel een rekenmethode. Dat betekent dat er een prijs uit moet rollen, die voldoende is voor de instellingen om fatsoenlijk via de afgesloten CAO’s hun personeel te betalen. 
We gaan dus hier ook op weg naar werken volgens “de bedoeling” en niet werken volgens vastgestelde regels, protocollen, uren- en minutennormen. Daarnaast moet het hele systeem natuurlijk geen perverse prikkels bevatten, vertrouwen naar de professionals uitstralen en een bijdrage leveren aan de transformatie: van behandeling naar begeleiding, van medicalisering naar normalisering, inschakeling van het gezinsnetwerk en “voorveld” (welzijns- werk en verenigingen)
Iedereen snapt dat dit eerst meer geld kost dan minder. En dat krijgen we als gemeenten niet. Misschien zorgt de huidige coronacrisis wel voor een herijking van de algemene kijk op gezondheidszorg en hoe wij met de ouder wordende mens omgaan.
 
Joop Wikkerink
 
 
 
 
 

 

Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *