Om maar eens een cliché te gebruiken: het was een week van hoogte- en dieptepunten.
Tijdens een ingetogen bijeenkomst zondagavond werd het kunstwerk Levenslicht, als herinnering aan de Holocaust, ontstoken. Dinsdagnacht werden we opgeschrikt door een enorme brand op het industrieterrein. Na een dagje rampbestrijding, bleek de veerkacht van onze gemeenschap: van alle kanten kwam hulp en de getroffen bedrijven kunnen “gewoon” weer aan het werk. Tussendoor kwam de raad bij elkaar, sprak ik samen met drie Achterhoekse collega’s met een minister, dachten we na over een sportakkoord en “social return on investment”, vierden we een 50-jarig sportjubileum en was er de laatste nieuwjaarsreceptie.
Zondag: Levenslicht
Omdat het maandag 31 januari 75 jaar geleden is dat het vernietigingskamp Auschwitz bevrijd werd door het Rode Leger, worden er in 170 gemeenten tijdelijke lichtmonumenten ontstoken. Elke gemeente heeft plm. 5-600 stenen die aangelicht worden door blauw licht. Totaal 104.000 stenen die verwijzen naar de Nederlandse slachtoffers van de Holocaust. De Holocaust (of door Joden Shoah genoemd) was de systematische vernietiging van Joden, Roma, Sinti en homoseksuelen en gehandicapten door de nazi’s.
Er is veel discussie (geweest) of ook politieke gevangenen, verzetsmensen en andere burgers die omkwamen in de oorlogstijd meegeteld moet worden. Hoe het ook zij: de term Holocaust zal altijd verbonden blijven aan het systematisch apart zetten, discrimineren, ontrechten, gevangenzetten, wegvoeren en vernietigen en vermoorden van mensen louter en alleen omdat ze tot een bepaalde groep of ras behoren.
Zondagavond werd tijdens een korte, sobere bijeenkomst het blauwe licht ontstoken op de binnenplaats bij het Nationaal Onderduikmuseum. In de toespraken werd stilgestaan bij het leed dat ook inwoners van de gemeente Aalten is aangedaan. Dat zijn huiveringwekkende verhalen.
Maar de herdenking is vooral de oproep om waakzaam te zijn. Discriminatie, racisme en wegzetten van hele groepen (louter om hun afkomst, geloof of overtuiging) gebeurt heden ten dage ook. Over de hele wereld. De Holocaust en de 170 monumenten “Levenslicht” moeten ons doen beseffen waar dat toe kan leiden. Nooit weer, nie wieder.
Maandag: gesprek met minister Bruno Bruins
Minister Bruno Bruins is van Medische Zorg en Sport. Hij gaat meer over de ziekenhuizen, de artsen, de zorgverzekeraars. Dat valt dan weer onder het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De andere minister op dat Ministerie is Hugo de Jonge, die gaat meer over de zorg. En dan hebben we nog staatssecretaris Paul Blokhuis. Die gaat vooral over de preventie. Wist jij dat?
Die drie “bewindspersonen” hebben afgesproken dat ze deze zomer met een “contourennota” rond de zorg komen. Geen stelselwijziging of structuuraanpassing, nee dat niet, maar wat aanpassingen. Zo willen ze de Jeugdzorg weer deels onder de verantwoordelijkheid van regio’s laten vallen; de gemeenten blijven wel betalen. Om ideeën over die aanpassingen op te halen organiseren de drie mannen regiobijeenkomsten.
Maandagmiddag mochten wethouders uit o.m. Gelderland en Overijssel aanschuiven in Ede bij minister Bruins. Mag je van een bijeenkomst met een minister ook zeggen dat-ie teleurstellend is? Dit was er een. De minister bleef keurig in z’n vakje, terwijl de noden en uitdagingen van de gemeenten en hun inwoners nou juist “domeinoverstijgend” liggen in de jeugdzorg, de wet maatschappelijke ondersteuning. Daar komen we miljoenen te kort. Daar hebben we last van gedetailleerde bemoeizucht van het rijk.
In sommige regio’s (ook in de Achterhoek) proberen we de schotten tussen de verschillende disciplines te slechten door de verzekeringsgelden in “één pot” te gooien. “Ik ben tegen regiobekostiging”, zegt de minister dan ijskoud.
We proberen veel meer in te zetten op preventie om dure behandelingen in een later stadium te voorkomen. Preventie wordt betaald door gemeenten, besparingen komen in de portemonnee van de zorgverzekeraars. “Gaan we niet aanpassen” zegt de minister. We hebben echt problemen met de overgang van zorg uit de WMO naar de WLZ (langdurige zorg), ook de mensen die het betreft krijgen minder zorg voor een hogere eigen bijdrage. “Moet je bij de andere minister zijn”, was zo ongeveer de boodschap.
Positief was dat de minister de Achterhoek op z’n netvlies heeft staan als een regio waar zeker op sport- en preventiegebied “scholder aan scholder” samenwerkt. Ik heb hem gevraagd maar weer eens gauw langs te komen. Als Achterhoekse wethouders gaan we wel nog weer commentaar geven op die contourennota. Het kan niet zo zijn dat het Rijk bepaalt en de gemeente betaalt.
Dinsdag: Opgroeien in de Achterhoek
Na de gebruikelijke B. en W. vergadering, overlegbijeenkomsten van de dinsdag was ik om 15.30 uur bij De Steck (oude bibliotheek) in Doetinchem. Daar ging het over de kansen voor wonen en werken van jongeren in de Achterhoek. Jongeren die een hogere opleiding willen volgen vertrekken steeds vaker uit gebieden aan de rand van Nederland en keren minder vaak terug na het afronden van hun studie.
Vier studenten van de Universiteit van Amsterdam (UvA) deden afgelopen jaar op verschillende manieren onderzoek naar de situatie in de Achterhoek. In vogelvlucht hun resultaten.
Laura Voortman deed onderzoek onder scholieren van het Ulenhofcollege (voorlaatste klassen Mavo, Havo en Vwo). Iets minder dan de helft van de scholieren wil later weer in de Achterhoek wonen. Belangrijkste redenen zijn vrienden en familie, het landschap en zaken als dialect en plaatselijke evenementen.
Simon Koperdraat vergeleek de reacties van scholieren Havo en Vwo in Den Helder met die van havo- en vwo-scholieren in Doetinchem. Voor Achterhoekse jongeren lijkt de binding met hun dorp en streek veel belangrijker als motivatie om later terug te willen komen, dan in de Kop van Noord‐Holland.
Huub van Geldorp interviewde studenten die in Amsterdam en omgeving wonen, onder andere jongeren die in de Achterhoek zijn opgegroeid. De Achterhoekers denken dat ze hier niet terugkeren, omdat ze de kans op passend en uitdagend werk laag inschatten.
Menno Vegter interviewde hoger opgeleide jongvolwassenen die in de Achterhoek wonen en werken: blijvers (geboren en getogen in de Achterhoek), terugkeerders (na studie/werk elders teruggekeerd) en vestigers (elders opgegroeid en gestudeerd). Doorslaggevend om (weer) naar de Achterhoek te gaan zijn familie en vrienden. En het Achterhoekse landschap. Vestigers hebben vaak een partner die al een binding met de Achterhoek heeft.
Wat duidelijk werd uit de presentaties is dat het van belang is dat jongeren, wanneer ze vertrekken voor studie uit de Achterhoek, een positief beeld hebben van de regio en de mogelijkheden, zeker ook op gebied van werk. En in de Smart Industries zijn natuurlijk hogere functies te over. Alleen dat is onvoldoende bekend. Daarnaast vind ik het zelf van groot belang dat we in de Achterhoek de Mbo-opleidingen en Mbo-studenten koesteren: zij zijn vaak iets minder “reislustig” en van grote waarde om de arbeidsplaatsen in de techniek en zorg in te vullen.
Die avond was er de raadsvergadering. Er is al veel over gepubliceerd en geschreven. We werkten met een nieuw systeem, waarin de raadsleden niet allerlei standpunten en waarheden als koeien de zaal in slingerden of de wethouders bestookten met detailvragen over de diameter van de riolen of de kleur van de stenen. Geprobeerd wordt om daar waar raadsleden voorstellen van B en W willen veranderen of aanvullen, zij hier via een amendement of motie een poging toe doen. En dan gaat het om meerderheden te werven, discussiëren en overtuigen dus. Dat is nog wennen, maar het komt m.i. het debat ten goede.
Woensdag: Grote brand op industrieterrein Aalten
In die nacht brak er een verschrikkelijke brand uit op het industrieterrein in Aalten. Om plm. 23.30 uur kregen we een melding en de berichten werden steeds erger. De burgemeester is gaan kijken en trof een uitstekend georganiseerde brandbestrijding van wel 6 korpsen en op een gegeven moment 100 mensen aan.
De verslagenheid was de andere dag in de collegekamer groot. Op de plaats des onheils zelf is een CoPi (Commando Plaats Incident) ingericht met de operationele diensten. Vanuit het gemeentehuis houden diverse mensen waaronder burgemeester, secretaris en VNOG-functionaris contact en melden vooral ook de instructies (ramen en deuren dicht).
Collega-bestuurders gingen langs bij de getroffen werknemers, namen contact op met de belendende bedrijven en probeerden een zo goed mogelijk beeld te krijgen en vooral mee te leven.
Het leek wel of die verslagenheid nog geen dag duurde, want de aanbiedingen voor hulp bleven binnenstromen. Zodanig zelfs dat de twee bedrijven voor het weekend alweer aan de gang konden en de productie na het weekend weer start.
Af en toe oefenen wij als college wel eens op dit soort gebeurtenissen en het is dan ontzettend mooi om te zien dat het met al die hulpdiensten gewoon werkt en nog efficiënt ook. Dat is een groot compliment waard.
Maar een even zo groot compliment gaat richting getroffen bedrijven en medewerkers die niet bij de pakken gingen neerzitten en alle bedrijven, organisaties en particulieren die direct daadwerkelijke hulp boden: ruimtes, machines, mankracht. Prachtig!
Sportakkoord
Om 17.00 uur waren collega-wethouder Hans te Lindert en ik aanwezig in het Grachthuijs in Bredevoort voor de aftrap van een lokaal sport- en bewegingsakkoord. Wat is dat? Het besef dringt nu breed door dat sport en beweging belangrijk zijn in het kader van gezondheid. Dus sport is een middel om tot een gezonde samenleving te komen.
Beweging is noodzakelijk als preventie voor allerlei (chronische) ziektes. En hoe zouden nu sportaanbieders, instellingen die de zorg hebben voor mensen met een beperking, overheden, onderwijs kunnen samenwerken om meer mensen aan het bewegen te krijgen. En dat moet misschien wel op een nieuwe manier, niet in clubverband. Maar de kennis van die clubs zou wel gebruikt kunnen worden.
Tijdens de bijeenkomst met zo’n 40 mensen kwamen er wel wat wensen en ambities naar boven: elke sportaanbieder een “verenigingsondersteuner” die het kader leert om te gaan met mensen met een ander gedrag. Sportdagen weer terug op school. De gezonde kantine instellen. In maart komen de clubs weer bij elkaar en dat worden de ambities “smart” gemaakt: (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden)
Donderdag: social return on investment
Na de gebruikelijk persbijeenkomst kon ik afreizen naar Hengelo (O), en wel naar mijn oude stek: H164, centrum voor social ondernemerschap. Thuisbasis van ROZ, Regionale Organisatie Zelfstandigen een organisatie voor advies, coaching en begeleiding van zelfstandigen, onderdeel van de gemeente Hengelo.
Daar was een bijeenkomst belegd door het portefeuillehoudersoverleg Werk en Inkomen in de Achterhoek over de kansen van SROI. Dat staat voor social return on investment. Dat zit zo. In bijna elke overheidsaanbesteding komt een sroi-bepaling voor. Bijvoorbeeld 5% van de opdrachtwaarde moet besteed worden aan SROI. Dan kun je denken aan het –voor die klus- in dienst nemen van mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt, een leerwerkplek (BBL), iemand uit de WW. Dat is de klassieke benadering.
Maar je kunt ook zeggen: ik ga sociaal inkopen voor dat bedrag. Dus bijvoorbeeld je tuinonderhoud door een sociaal werkbedrijf laten doen. Bij hele kleine bedragen kun je ook denken aan het geven van een workshop aan werkzoekenden, het meedoen aan een banenmarkt enz.
In Twente werkt men met zgn. bouwblokken. Dat wil zeggen elke soort van invulling heeft zijn eigen waarde. Bijvoorbeeld als je als bedrijf iemand op het aangenomen werk inzet die uit de bijstand komt mag je gedurende 2 jaar een waarde van 30.000 toekennen.
Het lijkt ingewikkeld, maar juist bedrijven zijn erg tevreden met zo’n divers bouwblokken systeem. Voorbeeld: Er wordt een riolering aangelegd met een opdrachtwaarde van 1 miljoen. In de aanbestedingsvoorwaarde staat dat er een SROI-waarde van 2% moet worden ingevuld. 2% van 1 miljoen is € 20.000, — waarde. Het bedrijf heeft drie BBL-leerlingen voor deze en andere klussen in dienst voor 10.000 per leerling en één persoon uit de bijstand voor 30.000. De klus duurt 4 maanden. De ingevulde waarde is dan 60.000 : 3 = 20.000. Daarmee voldoet het bedrijf aan de aanbestedingsvoorwaarde voor deze opdracht.
Zowel de inkopers van de gemeenten in de Achterhoek als de wethouders, als de directie en managers van SDOA en Laborijn en UWV waren verrast door de eenvoud en effectiviteit van deze methode. Hiermee bereik je echt dat bedrijven inclusief gaan werken, aandacht geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en partner worden van de overheid.
En ik vond het natuurlijk super om te zien dat een systeem waarmee ik in 2013 begon zich zo ontzettend goed en efficiënt heeft ontwikkeld. Volgens mij gaan we hier nog meer van horen in de Achterhoek.
Zaterdag: AD 69 50 jaar of 100 jaar?
Zaterdagmiddag ging het op ’t Noorden an. Daar recipieerde de jarige voetbalverenging AD’69. Rekenaars onder ons trekken de conclusie dat dat dus een 50-jarig jubileum was, maar de werkelijkheid is dat de voorloper Concordia op 1 febreuari 1920 werd ingeschreven bij de KNVB: 100 jaar dus.
Dat is een mooie oranje KNVB-vlag waard. Er is in november een prachtig jubileumboek verschenen met voor de geboren en getogen Aaltenaar een schat aan jeugdsentiment of zo je wilt geschiedkundige verhalen.
In mijn toespraakje heb ik er twee genoemd: de persoonlijke toestemming van burgemeester H.H.H. Haverkamp om het kampioenselftal van 1969 een triomfrit door het centrum van Aalten te laten maken. Let wel het was zondag. Dit leidde tot afkeurende reacties van een groot deel van de bevolking. Gelukkig is dat over.
En een tweede een voetbalwedstrijd van een zeer langharig studententeam in de jaren ’70, met als langste speler Henk Markerink, huidig directeur van de Johan Cruijff Arena, waar wij vanuit Aalten twee weken geleden nog op bezoek waren.
De laatste nieuwjaarsreceptie
Deze zaterdagavond sloot ik namens het college onze serie bezoeken aan de nieuwjaarsrecepties af. Die “eer” viel te beurt aan de Haart. Eerst was er daar de jaarvergadering van de Ringkamp, tot 10 voor 10, op zaterdagavond met zeker 80 mensen in de zaal. Bikkels!
Daarna een gezellig samenzijn. Ik heb maar even het woord gevraagd en benadrukt dat het voor de gemeente en de gemeenschap zo belangrijk is dat er plaatsen zijn waar mensen kunnen samenkomen. Zoals de Ringkamp. Misschien dat door de activiteiten die daar door jong en oud georganiseerd worden de mensen voelen dat zij ertoe doen, dat zij belangrijk zijn door er te zijn. Zodat we een echte samenleving bouwen.
Het was gezellig met altijd wel weer een paar bekenden, waarmee we de wereld in het algemeen en de gemeente in het bijzonder kunnen doorspreken. En dat dan de beamer hapert, maakt niks uit. Uiteindelijk een leuk “drone-filmpje” van het jaarlijkse Oranjefeest.