Waarom luisteren gemeenten niet naar burgers?
Dat is de titel van een nieuw boekje van twee journalisten. Ik werd erg getroffen door de rake typeringen van het “bijna-failliet van het democratisch systeem”. Deze week werd bekend dat ik op plaats 17 sta van de lijst van langszittende raadsleden (8900) in Nederland. Maar liefst 33 jaar hebben mijn partijen ik zich ook druk gemaakt voor die bestuurlijke vernieuwing. Meer directe invloed van burgers. Meer openheid en transparantie van bestuur. Minder achterkamertjes en minder ivoren-torengedrag. In het blad Gemeente-nu stond vrijdag een column die over dit boekje gaat. Volgende week ga ik in op tips voor verbetering van de communicatie tussen gemeente en burgers. Een onderwerp waar de Progressieve Partij zich altijd druk over zal maken!
Is het einde van de huidige vorm van democratie in zicht? In een tijd dat nog maar een fractie van de bevolking lid is van een politieke partij, opkomstpercentages bij verkiezingen regelmatig onder de 50% duiken en het vertrouwen in politici tot ver onder het toelaatbare is weggezakt, lijkt dit een gerechtvaardigde vraag.
De kloof tussen politiek en samenleving lijkt enorm. Een fors gedeelte van de bevolking maakt geen gebruik van het kiesrecht. Degenen die dat wel doen veranderen steeds vaker van keuze. De zwevende kiezer die op het laatste moment een keuze maakt valt steeds vaker ten prooi aan de politieke marketinggoeroe’s.
Ons democratische systeem, gebaseerd op vertrouwen in onze volksvertegenwoordiging, wankelt juist door het steeds verder wegzakken van dat vertrouwen. Een onderwerp dat besproken wordt door journalisten, trendwatchers, ondernemers, burgers en nog vele anderen. De enigen die zich hier niet echt druk om te lijken maken zijn de politici zelf. In een interview, opgenomen in het boek “Waarom gemeenten niet naar burgers luisteren” duidt Jacques Wallage als voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur de situatie kernachtig: “Het systeem is doodziek, maar de hoofdrolspelers voelen zich kiplekker”
Terwijl de samenleving in hoog tempo verandert, lijkt het politieke systeem nog maar mondjesmaat mee te bewegen. Terwijl de tijdsgeest bijna schreeuwt om samenwerking en co-creatie, lijken de muren van de gemeentehuizen nog altijd vestigingswallen die de boze wereld buiten moet houden. Individuen die dat willen doorbreken krijgen snel kritiek over zich heen. Zoals Jan Pieter Lokker, in zijn tijd als waarnemend burgemeester van Noordwijk. Toen hij een voorstel deed om een platform voor burgers in te richten dat de raad moest gaan adviseren, kreeg hij de volle lading over zich heen. Argumenten als ‘extra bestuurslaag’, ‘zagen aan de poten van de democratie’ et cetera waren niet van de lucht.
Of Jeroen Hatenboer, wethouder in Enschede, die net na zijn aanstelling besloot om een hoofdpijndossier aan te pakken. Hij belde de desbetreffende ondernemer met de vraag of hij een keer op zaterdag op de koffie mocht komen om over de kwestie te praten. Intern leverde dat onrust en weerstand op. Blijkbaar is de angst voor verandering groter dan de realiteitszin dat het zo niet langer kan. Zorgwekkend.
Alvin Toffler, een Amerikaanse psycholoog, heeft de snelheid waarmee een partij met verandering omgaat vertaald in een metafoor van autosnelheden. Zo geeft hij aan dat bedrijfsleven dat met maar liefst 160 km/u doet. Op de voet gevolgd door gezinnen, die met 140 km/u over de snelweg van de verandering razen. Politici doen dat aanzienlijk langzamer, namelijk met 40 km/u. Op een snelweg een levensbedreigende snelheid, maar ze komen in ieder geval nog vooruit. Ronduit bedenkelijk is de snelheid van het politieke systeem: slechts 5 km/u! Een wandelaar op de snelweg…..
In deze metafoor doorgeredeneerd, moet je als ondernemer dus vol in de remmen om bij zo’n wandelend politiek systeem iets gedaan te krijgen. Natuurlijk levert dat ergernis en frustratie op. De roep om het hele systeem te veranderen, om de snelheid naar een acceptabel niveau te verhogen, wordt steeds luider. Overal in het land ontstaan burgerinitiatieven, platforms, jury’s, G1000-trajecten et cetera. Maar nog altijd lijkt het politieke systeem gevangen in een onmachtige houding. Het lijkt wel op dat prachtige gebouw in een wijk, dat steeds meer omgeven wordt door nieuwbouw. Aanvankelijk lijkt die nieuwbouw niet bij dat oude gebouw te passen, maar op een gegeven moment is het andersom.
Allerlei onderzoeken hebben aangetoond dat een participerende houding van gemeenten op allerlei gebieden winst oplevert. Besparingen van tientallen procenten, duidelijke verhoging van arbeidsvreugde van ambtenaren en een sterke verbetering van het imago. De cruciale vraag is dus: waarom gebeurt het dan nog zo weinig?
Professor Monique Leyenaar, lid van de Nationale Kiesraad en de Raad voor Openbaar Bestuur, is daar klip en klaar over: “zonder externe schok zal het systeem niet veranderen”
Zo veranderde New York (even) na 9/11 in een stad vol empathische en zorgzame burgers. En Roombeek na de vuurwerkramp in een wijk waar hechte gemeenschapszin ontstond.
Onze visie is dat het ook kan zonder heftige ontwikkelingen. Als je een mammoettanker van koers wil laten wijzigen, moet je met kleine bewegingen werken en veel geduld hebben. Maar een extra hulpmiddel, een boegschroef, kan dat proces wel aanzienlijk versnellen. Dan verander je niet alleen de koers door de stand van het roer te wijzigen, maar ook door de boeg de juiste richting in te drukken.
Als gemeenten hun wijze van besturen daadwerkelijk willen aanpassen aan de eisen van de huidige tijd, valt het aan te bevelen dat er niet alleen een andere richting wordt gekozen, maar ook dat er extra hulpmiddelen worden ingezet die dit proces positief beïnvloeden.
Reageren? joop.wikkerink@progressieve-partij.nl
Deel deze inhoud