Wie onderhoudt de Joodse begraafplaatsen en andere kwesties op de begraafplaatsen.
Dinsdag besprak de raad in een RondeTafelGesprek het beheer, onderhoud en daarbij behoren kosten e grafrechten op de gemeentelijke begraafplaatsen. Dat was aanleiding voor de Joodse gemeenschap om te pleiten voor overname van het onderhoud door de gemeente. Het aantal Joodse mannen in Aalten e.o. is te klein om aan de verplichtingen te voldoen. Dat is echter ongebruikelijk omdat Joodse begraafplaatsen nooit over mogen gaan in handen van de overheid/gemeente. In Dinxperlo is er een burgerinitiatief geweest die opknap en onderhoud op zich genomen heeft. Dat zou in Bredevoort en Aalten ook kunnen. Echter het eigendom berust in Dinxperlo ook bij een landelijke Joodse organisatie. Toch zal er iets in die richting moeten gebeuren omdat er in de gemeente Aalten feitelijk geen sprake meer is van een Joodse gemeenschap. Ik heb de burgemeester al gewezen op het bestaan van de organisatie NIK. Deze inventariseert de Joodse begraafplaatsen en organiseert het onderhoud. Ook die inventarisatie zou interessant zijn. Onderhoud zou dan kunnen via een burgerinitiatief. In elk geval boden raadslid Uland en de burgemeester zich ter plekke aan om hand-, span- en snoeidiensten te verrichten. De grootste “gebruiker” van Berkenhove in Aalten kwam waarschuwen tegen te hoge tarieven. Die tarieven worden vastgesteld door de uren onderhoud hierin te verdisconteren. Daar had hij vragen bij. Mensen zouden dan vanwege de tarieven gedwongen te kiezen voor cremeren. Ik heb dit altijd een vreemde redenering gevonden. De grafrechten en tarieven zouden eigenlijk gedekt moeten worden door de verzekeringspolis. En die biedt GUV ook aan. Uit een naderhand doorgestuurde raadsmededeling bleek dat de tarieven in Aalten in vergelijking met de omliggende gemeenten niet hoger zijn. (Winterwijk, Doetinchem, Berkelland, en Oude IJsselstreek liggen ruim boven € 1000,– per 10 jaar; de gemeente Aalten op € 797,–
Jeugdzorg.
De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg gaat per 1-1-2015 naar de gemeenten. Dat is een enorme operatie die ook zijn gevolgen heeft voor de jongeren zelf. En als het dan om heel kwetsbare jongeren gaat (jeugdhulpverlening) dan moet dit extra zorgvuldig gebeuren. De gemeenten moesten voor 31 oktober (veelal in regionaal verband) aan het Rijk laten weten hoe zij de overgang denken te organiseren. Dat staat in een dik “transitiedocument”. De RTG-leden stelden verschillende vragen over dit document. Vooral toegespitst op de vraag of ouders de noodzakelijke hulp voor hun kinderen wel doorgezet krijgen. Bij bijv. kinderen met autisme is het van groot belang dat dit onderkend, herkend en ondersteund wordt. Ook landelijk spelen grote discussies of alles wel goed gaat in de jeugdzorg. Aan de ene kant als gevolg van oprechte zorg voor zwakke kinderen; aan de andere kant ook wel vanuit belangen van organisaties en instellingen. Diezelfde dag kwam de beoordeling van al die plannen vanuit het Ministerie binnen. Daaruit bleek dat er nog veel verbeterd moet worden. Mij gaat het om de zekerheid voor ouders met een hulpvraag. Vaak is een “indicatie”ook een erkenning dat hun kind hulp nodig heeft en hoeven ze dat niet steeds tegen familie en buren te “verdedigen”.
Meer fietsgebruik nodig!
Om verschillende reden wil de overheid het fietsgebruik stimuleren. Vanuit Den Haag en vanuit de provincie worden veel stimuleringsmaatregelen genomen. Zo zijn de afgelopen 10 jaar bijv. 35.000 kilometers vrijliggende fietspaden aangelegd. Ook binnen de gemeente wil het College fietsgebruik stimuleren. Dan komt het goed uit dat een medewerker voor zijn “bachelor”een afstudeerscriptie moet maken en kiest voor dit onderwerp. Er is in dat boekwerk gekeken hoe je door het beïnvloeden van het gedrag maar ook door “omgevingsfactoren” het fietsgebruik te vergroten. Dat lijkt nog theoretisch en wetenschappelijk (en dat is het ook), maar de theorie wordt gevolgd door een “maatregelenpakket”dat afhankelijk van beschikbaar geld of verbeteringen die toch moeten plaatsvinden aan de weg uitgevoerd kan worden. Het gaat natuurlijk ook om een mentaliteit (tussen de oren hebben van het belang van fietsgebruik). In die zin was de bekentenis van verkeerswethouder Teeuwsen opmerkelijk. In de planning bij woonwijk Kobus hebben we dat verkeerd gedaan: er is hoofdzakelijk gekeken naar de bereikbaarheid en ontsluiting per auto; daarna is pas een rotonde aangelegd en kijken we naar veilig fietsgebruik”. Sommige partijen hebben dat natuurlijk al heel lang geroepen. Het verstand komt met de jaren….
Reageren? joop.wikkerink@progressieve-partij.nl