Bernardus en Bredevoort. Hoe reageren we op de (onontkoombare) gevolgen van de krimp?
Vrijdagavond organiseerden Paul Koot en zijn kompaan een informatieavond over St. Bernardus. Zij hebben dit gebouw gekocht; de koop is op een haar na rond. Zij willen anderen de gelegenheid geven mee-te-investeren, te huren, iets te ondernemen. Ideeën werden gedeeld. En legden precies het probleem van de krimp bloot. Er komt steeds meer leegstand. Voorzieningen verschralen. Eigenlijk precies wat er aan de hand is in alle kleine kernen in de Achterhoek. In de bijeenkomst over de “kernenfoto” op 2 december in de Radstake werd gemeld dat er tot 2030 twee miljoen (!) vierkante meter maatschappelijk vastgoed leegkomt. De woningvoorraad is voldoende. Wel moet er hier en daar vervangen en gesloopt en vooral verduurzaamd worden. Het voorzieningenniveau staat onder druk. Scholen, zalen, en sportvoorzieningen zitten in een te ruim jasje. Andere onderzoeken geven aan dat over 15 jaar 30% van de middenstanders is verdwenen.
Oplossingen moeten uitgaan van de trends
Tegen deze achtergrond moeten oplossingen gevonden worden voor bijv. beeldbepalende monumenten in kleinen kernen. Het mooiste zou zijn als de invulling een bijdrage aan de leefbaarheid zouden geven. Om daar over na te denken moeten een paar “maatschappelijke ontwikkelingen” in de gaten gehouden worden. Op 24 november schetste Kim Putters (directeur van Sociaal Cultureel Planbureau) een paar toekomstige trends:
-fundamentele veranderingen op de arbeidsmarkt (verdwijning kostwinners, verflexing, vervrouwelijking,verkleuring, ver-individualisering)
-aandeel hoogopgeleiden in de beroepsbevolking stijgt
-groeiend aantal 65plussers: nu 2,5 miljoen in 2040 4,5 miljoen(!)
-verschuiving in tijdbesteding (lichte stijging naar werk, vermindering huishoudelijke en zorg taken in de laatste 5 jaren)
-toenemend mediagebruik (gemiddeld 8 uur per dag, waarvan 5 uur gecombineerd met andere activiteiten)
Dat levert volgens Kim Putters de volgende vraagstukken op:
-beschikbaarheid van mantelzorgers (veel nodig, minder tijd)
-kunnen burgers overal over meebeslissen en mee-verantwoordelijk zijn?
-hoe wordt participatie ingevuld en hoe wordt de verhouding landelijke en lokale overheid (over de schutting gooien van taken met grote kortingen)
Gevolgen op lokaal niveau.
Gemeenten krijgen meer taken in bijvoorbeeld de zorg, de jeugdzorg en de sociale voorzieningen. Echter met veel minder geld. Dat betekent dat er de komende jaren absolute onzekerheid is over de toereikendheid van budgetten. De wet langdurige zorg bepaalt dat mensen langer thuis moeten blijven en dat de “normale” verzorgingshuizen sluiten. Zorginstellingen kunnen in financiële problemen komen. Waar dagbesteding tot voor dit jaar nog landelijk gefinancierd worden, moet het nu via de gemeente met 25% korting. Sociale werkbedrijven worden afgebouwd. Arbeidsgehandicapten moeten bij gewone bedrijven aan het werk. Echter veel bedrijven hebben het nu al moeilijk. Begeleiding kost geld. Eigen bijdragen gaan omhoog. Kunnen grote groepen mensen straks nog participeren als dit veel geld kost?
De cultuursector heeft het moeilijk. Grote delen van de gemeenteraad zien dit als een soort luxe. Ook provincie en rijk trekken zich terug als financier.
Kortom uit de publieke en zorgsector is niet veel geld meer te verwachten bij het vullen van lege panden of overeind houden van voorzieningen. Ook de potten bij de woningcorporaties raken leeg en regelgeving verbiedt het nog langer te investeren buiten hun kerntaak (huisvesten van doelgroepen). Consumenten maken steeds meer gebruik van sociale media en internetwinkelen. Ook in de dienstverlening en toerisme en vervoer. Kijk naar sites van Airbnb, Uber enz.
Wat betekent dit voor kleine kernen en Bredevoort en Bernardus in het bijzonder.
De lokale markt wordt kleiner. Toevoegen van meer m2’s maatschappelijk vastgoed gericht op de lokale markt is zinloos. Ook winkels voor het eigen verzorgingsgebied zijn niet levensvatbaar. Zogenaamd een aantrekkelijke omgeving creëren voor jongeren zet niet genoeg zoden aan de dijk (trouwens wat is aantrekkelijk voorjongeren). Geld en omzet binnenhalen vanuit buiten de directe lokale omgeving lijkt het meest kansrijk. Toerisme dus. Maar dan moet je je onderscheiden. Dat betekent samenwerking in de regio. Niet elke kleine kern moet hetzelfde bieden. In Bredevoort ligt de combinatie van boeken, kunst, cultuur en ambachtelijkheid voor de hand. Maar daar ligt het probleem van de levensvatbaarheid. Op een achterkant van een sigarendoosje is uit te rekenen dat een bed- en breakfast in het goedkope segment niet uit kan. Voor horeca zijn klanten nodig. Cultuur-manifestaties zijn per definitie verliesgevend. De oplossing ligt hier in samenwerking in de Achterhoek en aangrenzend Euregio. Kijk naar Doetinchem: daar gaan Stadsfeest en theaterfestival Buitengewoon in elkaar op.
Een tweede mogelijke oplossingsrichting ligt in de toegenomen aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Duurzaamheid, aandacht voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt worden gecombineerd met winstdoelstellingen. Wellicht dat gebrek aan stageplekken vanuit het onderwijs ook een deel van de oplossing leveren. In Bernardus zou zo een buitenlocatie voor opleidingen (bijv. hotel, verzorging, ambachten) gevestigd kunnen zijn. Misschien ook werkplekken voor mensen met een arbeidshandicap. Cruciaal daarbij is dat er een “aanbod”gevonden wordt dat omzet genereert, waarmee de kosten betaald kunnen worden. De tijd lijkt voorbij dat initiatieven alleen op subsidie kunnen draaien. Dus verrassende combinaties van zorg, welzijn, cultuur en ondernemerschap lijken mij het toekomstig perspectief. Wie denkt mee?
Reageren? Joop.wikkerink@progressieve-partij.nl