Week van 18 november – 23 november

 
Maandag
 
De week begon al vroeg met een treinreis om 6.30 uur naar Den Haag. Daar vergaderde een commissie uit de Tweede Kamer over de Jeugdwet. Via de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) kwam de oproep om met zoveel mogelijk wethouders daarbij aanwezig te zijn. Onze gemeenteraad heeft een motie aangenomen om via de VNG Gelderland op meer geld voor de jeugdzorg aan te dringen. Daarom vonden wij het als College van B en W onze plicht daar aanwezig te zijn.
Samen met 150 wethouders uit de gemeenten in Nederland. Dit aantal geeft aan dat het de gemeenten ernst is met hun wens om structureel meer geld voor de jeugdzorg. We kwamen eerst bij elkaar om 9.00 uur bij de Bibliotheek in Den Haag. Daarna ging het in ganzenpas naar de Tweede Kamer. Om 10.00 uur begon daar in de Groen van Prinstererzaal de vergadering. Dat uurtje is ook wel nodig voor veiligheidschecks, bagagekluisjes, roltrappen enzo. Publiek krijgt geen koffie. Zwak puntje van onze volksvertegenwoordiging.
 
Het debat leverde dubbele gevoelens op. Alle fracties van links tot rechts (h)erkennen de problemen in de jeugdzorg. Er werden ook vele schrijnende voorbeelden door de kamerleden genoemd. Instanties als Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis hebben te lange wachtlijsten (niet in de Achterhoek trouwens). Soms wordt er gezeuld met kinderen om maar een opvangplek te vinden. Bij de “lichtere” zorg kun je afvragen (volgens Rene Peeters (CDA) of alles wel onder “zorg” moet vallen; of dat het gewoon opvoeden betreft.
Gemeenten hebben enorme tekorten op de Jeugdzorg (de gemeente Aalten in 2019 bijv. € 451.000).  De oplossingen die de minister voorstelt kunnen niet op veel bijval rekenen. Hij wil aan de ene kant meer regie terughalen naar het rijk of naar niet- democratisch gecontroleerde regio’s, maar aan de andere kant niet de portemonnee trekken. De gemeenten blijven dus financieel verantwoordelijk. “Het rijk bepaalt, de gemeente betaalt” zei een Kamerlid. Dat vinden de gemeenten natuurlijk niet oké.
 
Wist je dat – ook in deze commissie – er twee kamerleden zitten, geboren in de gemeente Aalten? Maarten Hijink (SP, Bredevoort) en Lisa Westerveld (GroenLinks, Lintelo). Zij deden het uitstekend en waren zeer actief in het onder vuur nemen van de minister om met betere oplossingen komen. Het was goed er te zijn, de minister en het parlement te laten zien dat ons de jeugdzorg na aan het hart ligt en dat er spoedig verbeteringen moeten komen. 
In bijgaand filmpje wordt een leuk verslag gegeven met de argumenten waarom bij gemeenten het water aan de lippen staat waar het de jeugdzorg betreft.
 
Dinsdag
 
Is altijd een van de weinig dagen dat alle collegeleden in huis zijn. Natuurlijk voor de B en W vergadering ’s morgens, maar vaak ook voor een bijpraatmoment met instellingen of een bezoek aan een bedrijf. Deze morgen kwam de Raad van Toezicht van Figulus bijpraten. Figulus is een vrij omvangrijke uitvoeringsorganisatie van het gemeentelijk welzijnsbeleid. Maar ook de taken die horen bij de begeleiding van vluchtelingen en statushouders zijn belegd bij Figulus. Zij organiseren ook veel activiteiten waarin “ontmoeting” centraal staat, voor ouderen en jongeren.
De organisatie is na een lastige beginperiode in stabieler vaarwater gekomen. Natuurlijk staat een Raad van Toezicht verder van de dagelijkse uitvoering af, maar er ontstond wel een interessante discussie hoe ook zo’n maatschappelijk betrokken raad de signalen uit de samenleving kan oppakken en vertalen naar beleid en uitvoering.
 
Die middag en avond waren volgepland met overleggen met instellingen en verenigingen. En dan kwam die dag ook nog de evaluatie uit van het Sociaal Cultureel Planbureau over de Participatiewet. Met commentaar van o.a.VNG en organisaties uit het werkveld.
Die evaluatie is niet best. Hieronder meer daarover.
 
Woensdag
 
Samen met de wethouders zorg van Winterswijk en OostGelre organiseerden we al vroeg in de ochtend een gesprek met Marga Klompé en Careaz. Dat zijn de aanbieders van huisvesting met zorg in onze gemeenten. Mooie opbrengst is in elk geval dat wij als gemeenten, deze organisaties en het Zorgkantoor hun gegevens op elkaar gaan afstemmen zodat we beter inzicht hebben in bijv. de wachtlijsten. Het is voor iedereen belangrijk te weten hoeveel “unieke” wachtenden op die lijsten staan. We hebben ook besproken dat de overgang van zorg uit de WMO (bijv. begeleiding en huishoudelijke hulp) naar zorg uit de WLZ (dat is de wet langdurige zorg, waar ook de verzorgingshuizen onder vallen) moeilijk te snappen is voor de mensen. In het laatste geval lijkt het of je meer eigen bijdrage betaalt en minder uren zorg krijgt. Dat schrikt mensen af om een indicatie aan te vragen. En dat kan weer leiden tot onverantwoord lang thuis wonen en misschien wel tot een spoedopname. Dat is dan weer wrang voor mensen die zich wel tijdig hebben opgegeven.
 
Via de Algemeen Bestuursvergadering van de Stadsbank te Enschede en een bezoekje aan een vroegere collega op het Werkplein in het ROC van Twente te Hengelo, belandde ik om 17.00 uur bij de bijeenkomst van de IKAD (Industriekring Aalten-Dinxperlo). Deze werd gehouden bij Meier–Schultz Lastechniek BV in Dinxperlo. Dit is een bedrijf gericht op de levering van o.m. lasapparatuur met vestigingen in Bocholt en Dinxperlo. Het bedrijf doet veel aan demonstratie- en scholingsactiviteiten voor klanten. Mooi is dat je eerst real-life kunt oefenen met allerlei apparatuur met je eigen opdrachten voordat er geleverd wordt. Het zijn altijd plezierige bijeenkomsten met de industriekring-ondernemers. Meestal ga ik samen met collega-wethouder Martin Veldhuizen en onze bedrijfscontactfunctionaris Ellis Koenders. 
Daarna nam ik nog even een kijkje bij de meedenkavond van de Progressieve Partij, waar ook drie deelneemsters aan de cursus “Gemeentepolitiek voor vrouwen” meepraatten en meedachten. Een vierde komt de volgende keer.
 
Donderdag
 
Die morgen kwamen we als wethouders Sociaal Domein in de Achterhoek bij elkaar in de raadszaal van Aalten. De samenwerking op het sociaal domein in de Achterhoek is niet dwingend in bijvoorbeeld een gemeenschappelijke regeling vormgegeven, maar we werken zo veel mogelijk samen op het gebied van de inkoop bijv. Plus dat zo’n bijeenkomst een mooi platform is voor uitwisseling van informatie. Zo waren te gast vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en van Santiz Ziekenhuizen (Winterswijk en Doetinchem). Zij lichtten ons in over actuele ontwikkelingen en hun plannen. Juist op het terrein van preventie (waar wij allemaal grote kansen zien) zullen we ook meer met ziekenhuizen moeten gaan samenwerken. Ondanks de blokkades van de verschillende wetten en financieringsstromen. 
Die middag zag ik verscheidene collega’s weer aan de bestuurstafel van het AB van de GGD. Ook daar zie je dat de GGD (vanwege haar wettelijke taken vroeger een beetje een “alleinganger”) steeds meer de gemeenten opzoekt in het kader van “preventie”. Vooral op het gebied van Jeugdzorg en Gezondheid. Een mooi voorbeeld in het Preventie Platform Jeugd, dat juist in oktober veel activiteiten organiseerde voor ouders en kinderen (zie www.preventieplatformjeugd.nl)
Die avond gingen ik samen met de collega-wethouders Martin Veldhuizen en Hans te Lindert naar de condoleance-bijeenkomst van Theo te Linde. Theo was altijd zeer betrokken bij de Aaltense samenleving. Vanaf 1982 toen hij via de publieke tribune (kon toen nog) aandacht vroeg voor de hondenpoep in de Ahavestraat tot zijn overlijden op 16 november 2019 heeft hij de politiek in Aalten kritisch gevolgd. Hij was een van de grote animators van buitenlandse contacten van de gemeente Aalten (Swidnik, Roemenië, Afrika), maar ook van evenementen op de Markt om zodoende Aalten “op de kaart” te zetten. Daarenboven was het gewoon een aardige kerel waarmee je gezellig een biertje kon drinken. Wij en Aalten zullen hem echt missen.
 
Participatiewet en tegenprestatie. 
Naar aanleiding van een artikel in de Volkskrant kwam weer breed in het nieuws dat de staatssecretaris gemeenten min of meer wil dwingen aan mensen met een bijstandsuitkering een verplichte tegenprestatie op te leggen. Dat zit nu ook al in de wet die in 2015 door de toenmalige staatssecretaris Jetta Klijnsma werd ingevoerd. Ook toen was er vanuit gemeenten veel verzet tegen dit soort bepalingen “voor de bühne”; de verplichte tegenprestatie en de taaleis. Dat zijn nl. twee bepalingen die in de gewone Participatiewet ook al geregeld kunnen worden. Het is niet nodig daar gemeenten apart mee op te zadelen.
 
Als je de brief leest van de staatssecretaris dan snap ik ook niet helemaal waarom ze nou net dit punt in de Volkskrant eruit pikt. In de brief staat letterlijk dat juist coaching, aandacht, begeleiding meer helpt in de groei van mensen dan sancties. En natuurlijk moet werken lonen en enige zekerheid verschaffen. Het mag niet zo zijn dat het mislukken van de Participatiewet op de schouders van gemeenten en werkzoekenden gedrukt wordt. Zo van: die moeten beter hun best doen. Dat heet “blaming the victim”.  Rond 2014 en daarna heb ik mij veel bemoeid vanuit de gemeentelijke wereld om een goeie Participatiewet te krijgen (één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt). Door allerlei Haagse compromissen tussen werkgevers-werknemers, regeringspartijen VVD–PvdA, belangengroeperingen en gemeenten ontstond een lappendeken aan maatregelen die gemeenten met minder geld dan voorheen moesten uitvoeren.
 
Was voorheen rond de 4.500 euro beschikbaar voor een re-integratie en begeleidingstrjaect nu is dat nog geen 1.500 euro. Vanuit gemeenten wisten wij dat deze wet zo niet ging werken. Toch hebben we ons best gedaan, samen met werkgevers van goede wil. Het heeft te weinig opgeleverd. Door te ingewikkelde regels, verkeerde prikkels, onjuist mensbeeld, flexibilisering enz. Dan geeft het geen pas de meest kwetsbare mensen en gemeenten hiervan de schuld te geven en naar hen te wijzen dat ze zich niet genoeg inzetten. Zeker onze buitendienst heeft zijn beste beentje voorgezet door 30 Laborijnmedewerkers als echte collega’s binnen te halen. Was voor mij reden om een ingezonden brief naar de Gelderlander te schrijven. Volgens de hoofdredacteur wordt die maandag of dinsdag geplaatst. Ik hoop het. Het hele college onderschrijft die brief. 
 
Vrijdag
 
Tijdens de algemeen bestuursvergadering van Laborijn was ook een journalist van de Gelderlander aanwezig.  De agenda bevatte maar één punt: nl. het tijdpad en de tijd die de stuurgroep nodig heeft om aan te geven wat de bandbreedte is van de uittreedsom voor Oude IJsselstreek. Het AB constateerde dat er eigenlijk maar twee smaken zijn: òf Oude IJsselstreek blijft in de gemeenschappelijke regeling Laborijn en we proberen de visies die gemeenten op bijstand, bejegening en re-integratie hebben te incorporeren in de regeling.
Of Oude IJsselstreek treedt helemaal uit. Tussenvarianten tasten de organisatie en de GR te veel aan. Iedereen hoopt eigenlijk dat het mogelijk is (en naar mijn overtuiging is dat mogelijk) om de visie die Oude IJsselstreek heeft op het werken met de doelgroep uit de Participatiewet ook binnen Laborijn gerealiseerd kan worden. Uittreden gaat gewoon veel geld en – onnutte – energie kosten.
 
Vrijdagavond gingen we naar een lezing van Linda Polman in de Koppelkerk. Zij heeft een studie gedaan naar het Europese beleid t.a.v. vluchtelingen. Daar werd het publiek niet vrolijk van. Als de vluchtelingen die nu over de Middellandse Zee naar Europa komen netjes over de Europese landen verdeeld worden gaat het over 4000 mensen per jaar per land; dat kun je moeilijk een “tsunami” noemen. 85-90% van de 70 miljoen vluchtelingen over de hele wereld worden reeds opgevangen in de eigen regio. Dat kun je moeilijk “te weinig” noemen. Bondgenootschappen helpen door olie- en wapenleveranties foute en gewelddadige regimes in stand te houden. Kun je moeilijk “preventie” noemen. Ook de door de wol geverfde journalist (12 jaar in Afrika gewoond, de meest erbarmelijke omstandigheden in vluchtelingenkampen gezien) bekende dat ze soms in verwarring gebracht werd door de stelligheid waarmee Wilders en Baudet foute feiten als waarheid naar voren brengen. Haar oproep: check en dubbelcheck, want het is niet waar wat ze roepen. Ga daarover in gesprek met je buurvrouw als ze denkt dat alle vluchtelingen hier een electrische fiets gratis krijgen. Natuurlijk is er hoop. Er zijn 10 -100-duizenden mensen in heel Europa die erbarmen tonen, die willen helpen, die taalmaatje zijn, samen boodschappen gaan doen. Dat is ook een deel van de oplossing: gewone mensen moeten gewone dingen gaan doen met gewone mensen afkomstig uit andere culturen. 
 
Zaterdag
 
Jongerencentrum ’t Centrum te Bredevoort bestaat 50 jaar. Reden voor een feestje. Ik mocht namens het gemeentebestuur de felcitaties overbrengen samen met collega Hans te Lindert. Ik heb in mijn felicitatiespeechje de jongeren uitgenodigd met Hans en mij in gesprek te gaan over de uitdagingen van deze tijd: jeugdzorg, zorg in ’t algemeen, sport, verenigingen, wonen en werken. Maar ook als wethouder Publieke gezondheid de kat de bel aangebonden: we moeten het ook hebben over de welvaartsziekten veroorzaakt door te veel eten, alcohol, te weinig bewegen en ook over de nieuwe partydrugs die in combinatie met alcohol killing zijn. Hans en ik gaan ze uitnodigen.

Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *