23 juni – De raad besprak de woningbouwplanning. Er is een afnemende weerstand tegen de noodzaak van reductie, PP is altijd voorstander van verstandig bouwen voor de toekomstige vraag. PP-raadslid Bert Weevers keek verder. “Teruglopende nieuwbouw, gestuurd via het stoplichtenmodel, is vanuit woningmarkt- en volkshuisvestingsoogpunt een goed te begrijpen en zelfs verstandige zaak. Maar wat betekent dat voor onze bouw- en installatiebedrijven en de werkgelegenheid?
Dat is een vraag die ongetwijfeld bij veel mensen speelt, maar niet eerder expliciet aan de orde is gekomen. Onze bouwvakkers willen en kunnen niet allemaal elke dag in een busje heen en weer naar het westen rijden.
Ik denk dat we aan dit aspect aandacht moeten schenken. Niet alleen omdat het goed is voor onze bouwsector, maar ook omdat het goed kan zijn voor onze woningmarkt. Mits goed opgepakt.
De situatie is helder. De noodzaak om spaarzaam nieuw te bouwen blijft. Daarbij moet zo nauwkeurig mogelijk aangesloten worden op de huidige en vooral ook toekomstige vraag. Met het AWLO heeft Aalten hiervoor een mooi instrument in handen. We hebben de indruk dat in de toepassing van het stoplichtenmodel hier op een goede manier op is ingespeeld. Er is op een zorgvuldige manier en in overleg met betrokkenen, een flinke reductie van de plancapaciteit gerealiseerd. We steunen dan ook het voorliggende collegevoorstel.Wel willen we hier meteen een vraag aan koppelen: Er staan nog steeds bijna 300 woningen teveel in de planning.
Dan terug naar de vraag uit de inleiding. De behoefte aan nieuwbouw loopt weliswaar sterk terug, maar de noodzaak om de bestaande bouw te verbeteren en te verduurzamen groeit enorm. Het gaat in potentie alleen al in onze gemeente om een omzet van honderden miljoenen euro’s om de bestaande woningvoorraad energieneutraal te maken.
Onze lokale bouw- en installatiebedrijven kunnen daar uiteraard een rol in spelen, maar ik heb de indruk dat dat niet vanzelf gaat. Er moet flink geïnnoveerd worden, vakmensen moeten nieuwe kennis en vaardigheden opdoen. In de verkoop, in de marketing en PR moet minder de nadruk op het investeringsbedrag en meer op de exploitatiekosten cq besparingen liggen. Met banken moeten slimme financieringsoplossingen bedacht worden, etc.
Ik wil daarom het college oproepen met de sector in gesprek te gaan hoe deze uitdaging opgepakt kan worden. Het is zoals gezegd goed en zelfs noodzakelijk voor het voortbestaan van onze aannemers, installateurs en vakmensen, maar ik denk dat er tegelijk in de sector ook goede ideeën leven die we met ons allen goed kunnen gebruiken.
Een volgende nota woningbouw zou al met al vooral over die bestaande bouw moeten gaan.
We denken dan mn aan herbestemming / herontwikkelen van grotere panden , ook niet- woningen , voor jongeren en nieuwe woonwvormen.”